Zeeland 20.2 leden", zo lezen we in de notulen, "bestaat de overtuiging, dat er lang genoeg geduld met die man is geoefend, dat zijn gedrag onverbeterlijk, en in ieder geval zijn verstand dermate beneveld is - dat hij zijn post niet langer kan waarnemen, en het noodzakelijk is hem hoe eerder hoe beter te verwijderen en door een ander bekwaam en geschikt persoon te doen vervangen." Uit "diep medelijden met den ongelukkige en vooral met zijne vrouw" werd Kien een eervolle aftocht gegund. Omdat hij officieel "uit hoofde van ziels- en ligchaamsgebreken" werd ontslagen, kreeg hij pensioen.16 Geldgebrek en onzekerheid over de toekomst van de rechterlijke organisatie stonden echter een spoedige verwezenlijking van een nieuwe gevan genis in de weg. Aan ambitieuze plannen ontbrak het niet. Reeds in 1815 gaf het stadsbestuur de stadsarchitect opdracht tot "reconstructie van het Manhuis tot eene gevangenis".17 Van dit plan kwam echter niets terecht. Over de oorzaak tasten we in het duister; mogelijk lag het plaatselijk armbestuur dwars. Driejaar later viel het oog op de voormalige kloveniersdoelen, de Edele Busse aan de Wijngaardstraat. Als het aan de eigenaar, het stadsbestuur van Goes, lag, kon het gebouw "zonder eenige vergoeding" beschikbaar worden gesteld. De Gouverneur kreeg te horen dat "dit gebouw voor de Stad van weinig dienst en daar te boven zeer bouwvallig" was.18 Waarschijnlijk vanwege de hoge kosten - een kleine twintigduizend gulden - die met de ver bouwing waren gemoeid, werd het plan echter uitgesteld. De regering had het geld niet, de pro vincie en de stad evenmin. Keer op keer werden smeekbeden richting Middelburg en Den Haag gestuurd; het hielp bitter weinig. Pas in 1847 leek het licht op groen te worden gezet, toen de minis ter van Justitie liet weten dat de regering een nieuw Huis van Arrest wilde financieren, op voorwaarde dat de stad de (bebouwde) grond gra tis afstond. De stad Goes trok meteen 700, - uit voor de aankoop van het huis en de grond waarop de Edele Busse had gestaan. Afgeschrikt door "den buitensporig hoogen prijs van Twee Duizend twee honderd gulden" die de eigenaresse vroeg, ging het stadsbestuur op zoek naar een andere locatie. Het terrein van de Edele Busse had name lijk nog andere nadelen. Er was te veel naburige bebouwing en het terrein was voor de bouw van een nieuwe cellulaire gevangenis veel te klein.19 Een moderne gevangenis: cellulaire opsluiting Dat de nieuwe gevangenis een cellulaire moest zijn, was inmiddels wel duidelijk geworden. Bovendien moesten de arrondissementsrechtbank en het kantongerecht in de nabije omgeving van Perceel met de Oostpoort (nr. 17), de schuur (nr. 14) en het Stort, bestemd voor de bouw van de nieuwe gevangenis, 1848. Gemeentearchief Goes, Archief Stad Goes. de gevangenis worden gebouwd, liefst ernaast. Dit alles vroeg om een ruime bouwlocatie. De blik van het stadsbestuur viel nu op een terrein bij de Oostpoort, het zogenoemde Stort. Zowel de regen ten als de Gouverneur waren enthousiast. Als men de Oostpoort en de gebouwen in de buurt (een schuur, de woning van de brugophaler en het brandspuithuisje) afbrak, was er een mooie plek gevonden.20 Het moet wederom een bittere pil zijn geweest toen de Gouverneur in 1849 liet weten dat de nieuwbouw opnieuw op de lange baan werd geschoven. De voorgenomen reorganisatie van de rechterlijke macht en "de beperktheid der thans beschikbare middelen" werden als redenen aan gevoerd.21 Intussen was in Nederland de discussie losge barsten over de voor- en nadelen van de cellulaire opsluiting. Ook de Zeeuwse kranten lieten zich niet onbetuigd en het leek erop dat ze zich aan vankelijk vrijwel alle keerden tegen de straf die als "onmenschelijk wreed" werd gezien. De Vlis- singsche Courant noemde de cellulaire straf een "ijsselijke, onmenschelijke, barbaarsche kwel ling".22 De Zierikzeesche Nieuwsbode trakteerde haar lezers in de jaren vijftig geregeld op verhalen Goese gevangenis 47

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2011 | | pagina 9