Ze
Een toekomstvast advies of een donderpreek?
J.K. Vrijling
Onderstaande voordracht werd op 20 november
2010 in Middelburg gehouden op het symposium
'Zeeland en zeewater'. Deze bijeenkomst werd
gehouden ter gelegenheid van het 46ste lustrum
van het Natuurkundig Gezelschap.
Inleiding
Het advies van de nieuwe Deltacommissie heeft
veel pennen in beweging gebracht. De eerste
commentaren waren positief. Ook het kabinet
heeft de plannen omarmd.
Er klonk echter, na enige tijd, veel kritiek. Die
betrof vooral drie punten: de zeespiegelrijzing, de
peilverhoging van het IJsselmeer en het Delta
fonds. Vooral de hoge schatting van de zeespie
gelrijzing van 1,30 meter in 2100 gaf aanleiding
tot veel kritische opmerkingen. Ook van de
wetenschappers die aan dat advies hadden bijge
dragen, omdat zij meenden dat hun extreme
bovengrensschattingen nu als een in 2100 te ver
wachten werkelijkheid werden gepresenteerd.
Zelfwas ik opgelucht dat de commissie in
haar rapport grotendeels voorbijging aan de tal
loze innovaties die de afgelopen tijd in de media
zijn gepresenteerd: eilanden voor de kust, riffen,
terpen, brede dijken, energie-eilanden, getijcen
trales et cetera. Het merkwaardigste vond ik dat
inhalen van het achterstallige onderhoud van
onze waterkeringen (24% voldoet niet, 33% geen
oordeel) geen enkele aanbeveling waard was. In
de toelichtende film bij de lancering van het rap
port en ook in de basis van het advies wordt het
wel genoemd. Het onderhoud is het eerste punt
dat wordt aangesneden onder het kopje 'het water
dringt op', hoewel het weinig te maken heeft met
opdringend water maar meer met bestuurlijke
traagheid. Daarna komen onder dat kopje de kli
maatverandering en de daaruit volgende zeespie
gelrijzing aan de orde, die door vrijwel iedereen
is opgevat als de dreiging waarmee de commissie
het Nederlandse volk nu eindelijk tot actie wil
brengen. Het klimaat verandert, de zeespiegel
rijst en de mensheid is de oorzaak daarvan. Actie
is onontkoombaar!
In de Volkskrant van 24 september 2010 gaat de
commissie in op de kritiek. In zekere zin wordt
het advies hier radicaal bijgesteld. De urgentie
van de plannen volgt uit het achterstallig onder
houd, schrijven de leden Veerman en Fresco. De
extreme zeespiegelrijzing is alleen bedoeld om te
onderzoeken of Nederland dergelijke extreme sce
nario's aankan. Het blijkt dat er geen onoverko
melijke moeilijkheden zijn om het land te blijven
verdedigen. De peilverhoging van het IJsselmeer
wordt verdedigd door te wijzen op het strategi
sche en ecologische belang van dit grootste zoet
waterreservoir van Europa, zonder overigens con
creet aan te geven waaruit dat Europese belang
bestaat. Tot slot betoogt de commissie dat het
Deltafonds noodzakelijk is om toekomstige gene
raties te laten meebetalen en -bepalen aan de vei
ligheid op lange termijn. Afgezien van de opmer
kelijke verandering van argumentatie in het
eerste punt voegt het artikel dus weinig toe aan
het rapport.
De grote vraag is of het advies toekomstvast
zal blijken of dat het schrikaanjagende doemsce
nario van de zeespiegelrijzing uiteindelijk ook de
goede aanbevelingen meeneemt in het graf.
De aanbevelingen een voor een
Bespreking van het rapport 'Samen werken met
water' is niet eenvoudig, omdat het tal van logi
sche inconsistenties bevat. Men heeft mij uitge
legd dat dit niet erg is, omdat de commissie tel
kens per aanbeveling de lokale consensus heeft
verwoord. Daardoor zou het gaan om politiek
haalbare adviezen. Door mijn achtergrond als
ingenieur zitten zij mij echter dwars. Ook lijkt mij
dat vertegenwoordigers van de minderheid in een
lokale consensus zich zullen beroepen op de
argumentatie achter een lokale consensus elders
die hun beter bevalt. Ik volg de lijn van de aanbe
velingen en breng de tegenspraak aan de orde als
die mijns inziens optreedt.
De commissie beveelt in de eerste plaats aan de
veiligheid van de dijken te vergroten met een fac-
96
Zeeland en zeewater