\S-/y c\4- land werd volgens specifieke schriftelijke aanwij zing met zijde geborduurd, en niet geschilderd zoals gebruikelijk. Ook kreeg het schip een nieuwe vlag van gekeperde stof en drie linnen wimpels of standaards voor de masten. Verder werd het oorlogsschip beschilderd met de "wape- Louise de Coligny in Frankrijk Op 8 juni schreef Louise de Coligny nog een brief vanuit Middelburg. Daarna bracht de pinas De Hont haar naar Calais. De twee schepen met haar bagage en de paarden voeren naar de haven van I fJcrvt jw jcf'; 1^ Wi ,-j i1") i <S fcV.i» C> o So mtnn Vw- bomAj r>\ i/J J ,„tl is, fj»*, f f enjfj, V-S^LV> Vc^_ oW^iS— ^vn ±"*4-^w ,4L~ MJJ* P f c-'i-éj' -- V-^i Ontvangstbewijs met het stempel van kapitein Legier Pietersen. Pietersen bevestigt de ontvangst van diverse goederen, waaronder de vlaggen en wimpels, uit handen van de Vlissingse equipagemeester Cornells Claesz., 6 juni 1594. Zeeuws Archief, archief Reken kamer van Zeeland, Rekenkamer C, toegang 508, acquitten (bijlagen) bij de rekening van de ontvanger-generaal, summa leveran ciers, inv.nr. 6255. nen van den schepe", ongetwijfeld een hond, naar de naam van het schip. Het schip werd snel reisklaar gemaakt. De opdracht tot het inrichten werd op 14 mei 1594 gegeven en op 6 juni tekende kapitein Legier Pie tersen voor de ontvangst van de geschilderde "schanscleeren", het behangsel van groen laken, het zijden vaandel, de saaien vlag en de drie lin nen wimpels. De bagage en de twaalf paarden van Louise de Coligny werden op aparte schepen vervoerd. De vlieboot voor het paardentransport werd uitge rust met paardenstallen, kribben voor het hooi en twaalf tonnen voor het water.6 Alle maatregelen voor de overtocht van Lou ise de Coligny, haar bagage en paarden kostte de Zeeuwse admiraliteit meer dan 143 ponden Vlaams. Ter vergelijking: het jaartraktement van kapitein Legier Pietersen bedroeg 60 ponden Vlaams. Dieppe. Vanuit Calais reisde De Coligny naar Parijs, waar ze op 26 juni 1594 arriveerde, zoals ze schreef in een brief aan Van Oldebarnevelt.7 Ze liet weten dat ze het goed maakte. Parijs was pas enkele maanden daarvoor ont zet door het leger van Hendrik IV, na vanaf mei 1590 door de Spanjaarden te zijn belegerd. In haar brief schreef Louise de Coligny dat ze een begin maakte met het "zorgen voor onze zaken", maar dat ze de koning nog niet had ontmoet. Deze streed op dat moment zonder succes voor het behoud van de stad Laon. In Parijs ontmoette Louise de Coligny haar neef en goede vriend Henri de la Tour d'Auvergne, hertog van Bouillon. Hij werd dat jaar bevorderd tot maarschalk met de opdracht de krachten van Frankrijk en de Verenigde Provinciën te bundelen in de strijd tegen Spanje. Louise de Coligny zag in hem de perfecte huwelijkskandidaat voor haar stiefdochter Elisabeth. Ook De la Tour was gene- Op reis met Louise de Coligny 105

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2011 | | pagina 31