Huwelijken, droge voeten en op reis 'Huwelijken en sociaal-economische omstandig heden op de Zeeuwse eilanden in de halve eeuw voor de landbouwcrisis van 1880.' Dat is de lange titel die Jan Zwemer zette boven een lang artikel van zijn hand. De bekende Zeeuwse historicus koos voor zijn onderzoek drie clusters van gemeenten op Schouwen-Duiveland, Walcheren en in de oostelijke Zak van Zuid-Beveland. De resultaten splitste hij uit in de drie 'standen': boe ren, arbeiders en middengroepen. De auteur duidt het verband tussen huwelijken en sociaal-econo mische omstandigheden als "een samenspel van proletarisering en de-proletarisering". Dat klinkt wellicht wat raadselachtig, maar Zwemer weet deze in zijn optiek nog voorzichtige stelling aan nemelijk te maken. Om steviger conclusies te kunnen trekken is meer onderzoek nodig. De resultaten daarvan zullen van-een productieve scribent als Zwemer ongetwijfeld volgen. Hoe lang houden we in Zeeland (en in de rest van Nederland) nog droge voeten? Over die kwes tie presenteerde een Deltacommissie onder leiding van oud-minister Cees Veerman enige tijd gele den een verslag dat veel stof tot discussie ople verde. De Delftse hoogleraar waterbouwkunde J.K. Vrijling sprak over dit rapport op het in Middel burg gehouden lustrumsymposium 'Zeeland en zeewater' van het Natuurkundig Gezelschap. In zijn hier gepubliceerde bijdrage met de titel 'Een toekomstvast advies of een donderpreek' gaat hij in op de vraag hoe reëel de overstromingsrisico's zijn die de Deltacommissie schetst. Als hooggeplaatste personen vroeger op reis gingen had dat heel wat protocollaire voeten in de aarde. Een voorbeeld van zo'n reis is de tocht die Louise de Coligny, weduwe van Willem van Oranje, in 1594 maakte. Haar tocht ging vanuit Den Haag via Middelburg naar Frankrijk. Beeld redacteur Roosanne Goudbeek vond in het Zeeuws Archief stukken van de Rekenkamer Zee land. Aan de hand van dat materiaal kon zij de reis van De Coligny reconstrueren. "En en pas sant leren we meer over de Zeeuwse Admirali teit", constateert de auteur in haar inleiding. In dit nummer staat een recensie van het bijna vijfhonderd pagina's lange boek Edelen in Zee land. De handelseditie van dit proefschrift van Arie van Steensel werd eind vorig jaar in Middel burg gepresenteerd, waarbij onder anderen pro fessor Peter Henderikx het woord voerde. Hij was zeer lovend over het boek dat hij "een wezenlijke bijdrage" - of woorden van gelijke strekking - aan de geschiedenis van (laat)middeleeuws Zee land noemde. Henderikx kon het boek niet bespreken, omdat hij lid was van de promotie commissie. Mediëvisten zijn in het Zeeuwse dun- gezaaid, maar in de persoon van de in genoot schapskringen bekende Hans Vader wist de redactie toch een terzake kundige te vinden. Of hij het eens is met Henderikx leest u in zijn bespreking. Ondanks de vakantieperiode werd de Alge mene ledenvergadering van het Genootschap op 6 juli jongstleden drukker bezocht dan doorgaans het geval is. De aanwezigen werden niet teleurge steld, want het bestuur had een aantal verras sende (en verheugende) zaken te melden. In de rubriek Genootschapszaken wordt daarvan ver slag gedaan. Verder in dit onderdeel een impres sie van de jaarlijkse bottenvistocht, die ook dit jaar weer een aantal boeiende vondsten ople verde. Correctie In het foto-onderschrift op pagina vijftig van het vorige nummer staat een fout. Daar is sprake van "de rooms-katholieke hbs" in Goes. Dat had moe ten zijn "de rijks hogere burgerschool". Die faux pas is overigens onze beeldredacteur niet aan te rekenen. Zij nam dat onderschrift over uit de Zelandia Illustrata, die daarmee bij deze weer van een ongerechtigheid is geschoond. Eric-Jan Weterings Introductie 81

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2011 | | pagina 3