bewogen te boek. Over de sociale bewogenheid
van de 'Heren van Stand' in het Bevelandse had
ik wel meer willen lezen in het boekje.
Het tweede hoofdstuk van het boek is het
meest interessante en beschrijft de geschiedenis
van de Zeeuwse Fruitteelt Maatschappij. Hierin
komen alle aspecten van de ontwikkeling van de
Zuid-Bevelandse Fruitteelt aan de orde. Het is
misschien hier en daar wat langdradig: de nauw
gezette opsomming van het rassenassortiment
tussen 1902 en 1910 zegt mij persoonlijk niet zo
veel. Een lijst ondersteund met illustraties was
instructiever geweest. Waarom wel een plaatje
van één appelras uit de lijst en dertig bladzijden
verderop een plaatje van één perenras (op die
plek volledig verdwaald) is niet duidelijk. Waren
die foto's toevallig voorhanden? Verder komen in
dit hoofdstuk tal van vraagstukken aan de orde
die annex zijn aan de ontwikkeling van de fruit
teelt: het al dan niet oprichten van een veiling,
beplantingsplannen, bijenhouderij (voor de
bestuiving), paardentractie, mechanisatie... Ik
heb het met veel belangstelling gelezen.
Het is een beetje jammer dat de indeling van
het boekje wat vreemdsoortig is. Ik noemde al
eerder de schijnbaar lukraak geplaatste foto's van
een appel- en een perenras. De foto's in het
boekje die blijkbaar bedoeld zijn ter ondersteu
ning van de tekst van hoofdstuk II, staan alle
maal aan het eind van het hoofdstuk. Het lijkt er
een beetje op dat De Jonge een stapel oude foto's
had die hij graag afgedrukt wilde zien in het
boekje. Over kruisbessen rept het hoofdstuk nau
welijks, maar er zijn wel vier foto's van de kruis-
bessenoogst. Ook foto's van het plukken van
hoogstamfruit met ladders komen driemaal voor
in het boekje zonder directe relatie met de omrin
gende tekst. Kortom, een interessant boekje over
de ontwikkeling van de fruitteelt op Zuid-Beve
land, maar aandacht voor de 'kleine man' en een
lay-out die beter had gekund hadden de kwaliteit
van het boekje nog vergroot.
Ad Huiskes
Jan J.B. Kuipers, "Ik ben een stenenbikker." Peter
de Jong (1920-1990), beeldhouwer. Den Boer/De
Ruiter, Vlissingen 2010. 64 blz., rijk geïllustreerd,
gedeeltelijk in kleur, overzicht van werken in
opdracht, literatuur. ISBN 978-90-79875-23-8.
13,50.
Het is het lot van een stadsbeeldhouwer: iedereen
kent zijn werk, en bijna niemand kent zijn naam.
Zo is het ook gegaan met Peter de Jong, stads
beeldhouwer van Middelburg van 1952 tot vlak
voor zijn dood in 1990. Daarom is het goed dat er
nu een monografie aan hem is gewijd, waarin
zijn leven en zijn werk zijn gedocumenteerd.
Dat Peter de Jong stadsbeeldhouwer van Mid
delburg zou worden lag niet zo voor de hand.
Beeldhouwers die het grootste deel van hun oeu
vre in opdracht van één stad hebben gemaakt en
daar ook prominent in de openbare ruimte aan
wezig zijn, vormen een zeldzaam verschijnsel.
Eigenlijk had De Jong maar één duidelijke voor
ganger: de Amsterdamse beeldhouwer Hildo Krop
(1884-1970), die in de eerste helft van de twintig
ste eeuw veel gebouwen en bruggen in Amster
dam heeft gedecoreerd.
Het merkwaardige van Peter de Jong is dat hij
nooit in Middelburg heeft gewoond. Hij werd in
1920 in Den Haag geboren en is zijn leven lang
Hagenees gebleven. Na zijn opleiding aan de
Koninklijke Academie in Antwerpen kreeg hij
verscheidene restauratieopdrachten, onder andere
in Dordrecht en Schiedam. De Rijksdienst voor de
Monumentenzorg vroeg hem om mee te werken
aan de herbouw van het Stadhuis te Middelburg,
waarvoor veel beeldhouwwerk opnieuw moest
worden uitgevoerd.
Zo werd De Jong en bekende figuur in het
stadsbeeld van Middelburg, werkend in zijn open
luchtatelier achter het Stadhuis en later op de
Balans. Daar ontstonden de Stadstimmerman bij
de Vlissingsestraat, het Paaseilandbeeld bij het
Jacob Roggeveenhuis en vele andere. In totaal
maakte hij eenentwintig beelden of beeldengroe
pen voor Middelburg. Daarnaast ontstonden nog
beelden in opdracht van anderen. Soms werkte
116
Boekbesprekingen