Boekbespreking
Ewan Lentjes, Henk Hoeks, Karei Martens, Ad de
Visser, Eric de Kuyper, Leo de Bruin, typograaf.
Uitgeverij Huis Clos, Rimburg (L.) 2010, 128 pag.,
19,95.
Het overkomt ons allemaal wel eens. We begin
nen in een boek te lezen en leggen het terzijde
nadat we een paar bladzijden gelezen hebben. Het
boeit niet, zeggen we dan. Slechte schrijver dus,
en we zullen niet zo gauw een tweede boek van
dezelfde auteur meer ter hand nemen.
Als een tekst ons niet boeit of als we er moe
van worden, zijn we meestal geneigd te denken
dat het aan de auteur ligt. Slechts heel af en toe
bekruipt ons het gevoel dat het wel eens aan de
vormgeving, de typografie zou kunnen liggen dat
we de boodschap zo belabberd tot ons kunnen
nemen. We winden ons wel op over schreeuwe
rige letters in reclameteksten in kranten en op tv,
meestal terecht, maar de gebreken in slecht vorm
gegeven tijdschriften en boeken zijn veel subtie
ler. Die kunnen we vaak niet benoemen. Als het
boek dat we eerder vermoeid hebben dichtgesla
gen, een beter verzorgde typografie had gehad,
hadden we het waarschijnlijk in een ruk uitgele
zen. De ontlezing die onze maatschappij de laat
ste jaren treft, wordt voor een niet onbelangrijk
deel veroorzaakt door het feit dat een groot aan
tal typografische tradities overboord gegooid
zijn. Lawaai en aandachttrekkerij overheersen,
hoe een tekst leesbaar gemaakt wordt interesseert
de boodschappers over het algemeen niet meer.
Gelukkig zijn er nog vormgevers die zich
bekommeren over de verzorging van teksten, die
met hun tijd meegaan zonder de lessen uit het
verleden bij het oud vuil te zetten. Maar hun aan
tal slinkt. Leo de Bruin was er zo een. Hij over
leed in februari 2008, slechts 58 jaar oud. Te zij
ner nagedachtenis bracht de Limburgse uitgeverij
Huis Clos het boek Leo de Bruin, typograaf uit, in
helaas de veel te bescheiden oplage van 750
exemplaren.
Leo de Bruin werd geboren in Middelburg en
volgde beginjaren zeventig de opleiding Grafi
sche vormgeving aan de Academie voor Beel
dende Kunst in Arnhem. Van 1981 tot 2002 was
hij parttime werkzaam voor uitgeverij SUN in
Nijmegen. Tot aan zijn overlijden werkte hij nog
altijd voor SUN maar dan als freelancer. Het uit
gebreide overzicht van het werk van Leo de Bruin
achter in het boek laat echter zien dat zijn activi
teiten zich over een veel breder terrein uitstrek
ten.
Het initiatief voor het tribuut aan Leo de
Bruin ging uit van zijn geliefde, een paar colle
ga's van uitgeverij SUN, twee auteurs en een
bevriende drukker. 'Ontwerpcriticus' Ewan
Lentjes bijt het spits af met een nogal hoogdra
vend betoog waarin Leo de hemel in geprezen
wordt. Het zal allemaal wel, maar ik vermoed dat
Leo met zoveel getrompetter wat verlegen zou
zijn geweest. SUN-uitgever Henk Hoeks houdt het
wat zakelijker. Uit Hoeks' verhaal blijkt hoe
belangrijk het werk van Leo de Bruin was, niet
alleen voor de uitgeverij zelf maar ook voor de
boekverzorging in het algemeen. De bijdragen
van de auteurs Ad de Visser en Eric de Kuyper
hebben een heel verschillend karakter, maar
eigenlijk geven zij het meest indringende beeld
van de manier waarop Leo werkte. Het verhaal
van Leo's voorganger bij uitgeverij SUN, Karei
Martens, is wat obligaat en de grafrede van Henk
Hoeks had misschien beter achterwege kunnen
blijven.
Meer dan de helft van het boek wordt in
beslag genomen door een keuze uit het werk van
Leo de Bruin. De samenstellers hebben daarbij
gekozen voor een indeling in rubrieken: filosofie,
geschiedenis, literatuur, maatschappij et cetera,
maar die indeling is te rigide. Een chronologische
volgorde in deze keuze had meer inzicht kunnen
bieden in de ontwikkeling die Leo doormaakte.
Die ontwikkeling was interessant genoeg.
Ewan Lentjes beschrijft haar, ronkend dus, maar
met de plaatjes erbij, voortdurend heen en terug
bladerend, zie je dat het steeds meer in de rich
ting gaat van een vormgeving die "verbluffend
van eenvoud en herkenbaarheid" is. Leo de Bruin
heeft de kabaaltypografie van het postmoder
nisme glansrijk weerstaan. Hij is zijn eigen weg
158
Boekbespreking