reisberichten SUN ERIC DE KUY PER DAG STOEL NAAST DE TAFEL ERIC DE KUYPER DE HOED VAN TANTE JEANNOT TAFERELEN UIT DE KINDERJAREN IN BRUSSEL SUN Drie boekomslagen van Leo de Bruin. Uit het besproken boek. blijven gaan, tussen de bedrijven door sleutelend aan zijn eigen letterontwerp, de Maye. Het was hard aanpoten, juist en vooral bij het 'gewone' werk. Karei Martens: "Anders dan je vaak ziet, liet Leo de tekst niet zomaar inlopen. Hij werkte die typografisch door tot in de details, zoals woordafbrekingen, komma's, leestekens, tussen- koppen, kleinkapitalen en regelafbrekingen, uit drijven of inwinnen en dergelijke." Zo is het maar net. Die broodnodige leesbaar heid dus. En daar komt nog veel meer bij kijken. Het is dan ook een beetje jammer dat de verzor gers van Leo de Bruin, typograaf juist in dit opzicht een paar lelijke steekjes hebben laten val len. Je kunt er bijvoorbeeld over twisten of je de ligatuur 'oe' in oeuvre, manoeuvre e.d. moet gebruiken, maar als je het doet moetje daar ook consequent in zijn. Nu staat op de flaptekst het woord oeuvre wel met een ligatuur en in het boek vervolgens enkele malen niet. Verder kom ik spellingsfouten tegen (jong gestorven, lettercorp sen, fuss, conti nent), overbodige komma's, onderkasten die kapitalen moeten zijn, een ont brekende spatie en een verminkte apostrof. Dat hoort niet. Het gaat bij de boekverzorging immers om "het bezweren van de chaos, het tot vorm dwingen van de ordeloosheid" (Henk Hoeks). Leo de Bruin spiegelde zich graag aan de grote typografen van de twintigste eeuw: Stanley Morison, Eric Gill, Jan Tschichold en Jan van Krimpen. Het boek is dan ook gezet in de Bembo, een van de oudste en meest uitgebalanceerde let tertypes, en de koppen, jawel in de Gill, in het begin van de vorige eeuw ontworpen voor de Londense Underground. Daaruit blijkt de toewij ding waarmee de initiatiefnemers dit boek heb ben samengesteld. Leo's Maye is niet af, hoewel ik haar graag eens zou willen zien. Leo's leven was niet af. En Leo's bijdrage aan de ontwikkeling van de typo grafie was niet af. Ik probeer me voor te stellen hoe de lijnen die hij heeft uitgezet door anderen zullen worden doorgetrokken, maar vooralsnog blijf ik droevig gestemd. Bert Gerestein Boekbespreking 159

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2011 | | pagina 45