ari in de drie zuidelijke provincies en per 1 maart
in het noordelijke deel.
In het Burgerlijk Wetboek van 1838, dat de
Code Napoléon verving, werd de regelgeving
omtrent de burgerlijke stand op een paar wijzi
gingen na overgenomen.
kerkelijke registers. In Zeeuws-Vlaanderen werd
de burgerlijke stand officieel op 24 juni 1796
ingesteld en konden na publicatie op 12 juli 1796
de akten volgens de nieuwe regels worden opge
steld. De eerste opgemaakte akten zijn geboorte
akten die dateren van 30 juli. Ze zijn ingeschre-
ARNEMUIDEN Trouwplechtigheid
Een bruidspaar wordt begeleid door kinderen te Arnemuiden, 1896-1904. Zeeuws Archief, ZI-P-00054.
Zeeuws-Vlaanderen
In enkele delen van Nederland werd de burgerlijke
stand jaren eerder ingevoerd. Zeeuws-Vlaanderen,
een groot gedeelte van Limburg en enkele delen
van Noord-Brabant werden kort na de verovering
door de Fransen in de wintermaanden van 1795
bij het keizerrijk ingelijfd en de État Civil uit 1792
werd met ingang van 17 juni 1796 'executoir' ver
klaard. Dat betekende dat predikanten en pastoors
de registers waarin zij dopen, huwelijken en
begrafenissen registreerden, binnen acht dagen
moesten inleveren bij het gemeentebestuur en dat
in elke gemeente een ambtenaar deze registratie
overnam. De burgemeester van elke gemeente,
agent municipal genoemd, moest als ambtenaar
van de burgerlijke stand akten opmaken van alle
in zijn gemeente geboren kinderen, bruidsparen
en overledenen. Helaas waren er nog geen afzon
derlijke registers beschikbaar en schreven veel
ambtenaren de akten in de in beslag genomen
ven in in beslag genomen doopregisters, direct na
de laatste doopinschrijving. De kerken zetten hun
registratie van dopen, huwelijken en begraven
gewoon door, maar moesten hiervoor met een
'schone lei' beginnen.
Pas vanaf 22 september 1796 konden de amb
tenaren van de burgerlijke stand de akten in
afzonderlijke registers inschrijven. Die datum
was voor de Franse overheid de eerste datum van
een nieuw kalenderjaar. In 1793 voerde de Franse
overheid een andere tijdrekening in, de zoge
noemde Republikeinse kalender. De kalender werd
met terugwerkende kracht vanaf 22 september
1792 ingevoerd, waardoor deze datum in septem
ber, tevens het begin van de herfst, de eerste dag
van het jaar werd. Opmerkelijk is dat sommige
ambtenaren in de maanden na 22 september 1796
de akten ook inschreven in de in beslag genomen
kerkelijke registers. Er zijn zelfs akten die wei in
de kerkelijke registers zijn opgetekend maar niet
in de registers van de burgerlijke stand.
De staat der Zeeuwen
123