Pa
JP
cyzpyPéJ ZaJj
heid had nog een voordeel. Op basis van deze
registratie konden bewijsstukken worden afgege
ven als een burger bij een andere instantie moest
aantonen dat hij of zij degene was die hij of zij
beweerde te zijn en wanneer en waar hij of zij
was geboren en wie zijn of haar ouders waren. De
echtheid niet hoeft te worden bewezen. Daarvoor
moeten deze akten worden opgemaakt door een
daartoe bevoegde openbare ambtenaar.
Voor de functie van ambtenaar van de bur
gerlijke stand kwamen de leden van het gemeen
tebestuur in aanmerking, niet alleen de wethou-
c /ïoU^
-y>z
y. /i <.yvn'As
v p
K/i y
tOüar.
V/y&yxn c i-su/6
rxJ'
?i r /tzsyyu s/ /LtcJf/c< <y<y c/u
■uï a AJ.e P /fi A/ v ^/cZ-c/V; a. >?^<y P
/t c i yCZ fcrcyy/tl-tyl
PI r/P/C/Cé'fsVS/y
/y
IJLs Ce- /l>i±7/ d e C Wc yxyJ t f/y/c CCc CP CyX"?oUis.
C'/fCL^Cy
/ctrCL y/y y 6//*^'
^l£ hL-' f/i l/Z*- UyCysv i-< e af fp-^fpf/cfPk 4/ PC/ZPCl-
Ct( y/lz/t'cy i z/ OL C Cr
e-PP :/iu tk
Coenraad Kiel overleed op 102-jarige leeftijd in Terneuzen in 1812. Een voorgedrukt register was in die tijd nog niet voorhanden.
De burgemeester, eveneens ambtenaar van de burgerlijke stand, schreef de volledige akte met de hand. Zeeuws Archief, Burgerlijke
Stand.
ambtenaar van de burgerlijke stand kon een uit
treksel van de akte leveren, in de eerste decennia
'expeditie' genoemd. Zo moesten bruidsparen
dergelijke uittreksels inleveren bij de ondertrouw.
Ook ten behoeve van de Nationale Militie, die in
1817 werd ingevoerd, konden de dienstplichtigen
makkelijk een uittreksel van hun geboorteakte
overleggen. De inkomsten van de uitgifte van
deze afschriften waren voor de gemeentekas.
De ambtenaren van de burgerlijke stand
Akten van de burgerlijke stand worden ook als
authentiek aangemerkt, dat wil zeggen dat ze
officieel als echt en betrouwbaar worden aange
merkt en schriftelijke bewijzen zijn waarvan de
ders maar ook - vanaf 1851 - de gemeenteraads
leden. In Arnemuiden bijvoorbeeld stemden de
leden onderling hierover. De burgemeester, geen
lid van het gemeentebestuur, was ook ambtenaar
van de burgerlijke stand. Bij beëindiging van de
gemeentelijke bestuursfunctie stopte ook het
ambtenaarschap van de burgerlijke stand. In elke
gemeente waren er twee tot drie ambtenaren in
functie. Vooral in de plattelandsgemeenten trad
de burgemeester als eerste op en waren de andere
zijn vervanger als hij buiten de gemeente was. Er
moest altijd een ambtenaar van de burgerlijke
stand beschikbaar zijn, want hij alleen mocht de
akten opmaken.
Het opmaken van akten was een secuur werk.
Als er bij de inschrijving een fout werd gemaakt,
De staat der Zeeuwen
127