Zeeland 21.1 ker door gebrek aan afspraken over de definities met betrekking tot de begrippen strandwal en kustwal. Er zijn mijns inziens geen aanwijzingen gevonden om hier van een strandwal te spreken, maar ook niet in zijn geheel van een kustwal. Het oostelijke gedeelte vertoont meer verschijnselen tegenwoordig bepaald op het jaar 2000. In de tweede helft van de twintigste eeuw was dit 1950. P. Kiden (2011), Bewerking naar fig. 5: P. Kiden (2006), 'De evolutie van de Beneden-Schelde in België en Zuidwest-Nederland na de laatste ijstijd', Belgeo, nr. 3, p. 279-294. Foto: Gust Romijn, Dreischor 2003. Foto: Gust Romijn, Dreischor 2003. van een kwelderwal, met dikkere kleilagen waar de zee regelmatig nog sediment afzette zonder het gebied te doorbreken. Het is aannemelijk dat de hoogte van het gebied mede wordt bepaald door de relatief dunne veenlagen in de ondergrond, die weinig zakking hebben ondergaan zoals wel gebeurde in het gebied zuidelijk van de kustwal. Al met al blijft het een gebied met vragen.33 Met dank aan diverse collega's voor inhoudelijke redactie (P. Augustinus, B. Silkens, B. Meijlink) en voor het aanleveren, bewerken en/of verlenen van toestemming voor het gebruik van afbeel dingen (P. Kiden, E. Stouthamer, P. Vos, A. Koo- men, provincie Zeeland, uitgeverij Van Gorcum). Noten 1. DJ. Brus, G.J. Pleijter en C. van Wallenburg (1986), Geomorfologische kaart van Nederland. Toelichting op kaartblad 48 Middelburg (gedeeltelijk), 42 Zierikzee (gedeeltelijk), 47 Cadzand (gedeeltelijk), Stichting Bodemkartering (Stiboka), Wageningen, en Rijks Geolo gische Dienst, Haarlem. 2. G. Pleijter en C. van Wallenburg (1994), Bodemkaartvan Nederland, Toelichting bij de kaartbladen 42 West- en 42 Oost-Zierikzee, 47/48 West-Cadzand/Middelburg. DLO- Staring Centrum (Stiboka), Wageningen. 3. Het meetpunt voor dateringen B.P. (Before Present) is 5. P. Kiden, B. Makaske en 0. van de Plassche (2008), 'Waarom verschillen de zeespiegelreconstructies voor Nederland?', Grondboor en hamer 3/4, p. 54-61. 6. P.C. Vos en R.M. van Heeringen (1997), 'Holocene evolu tion of Zeeland (SW Netherlands)', Mededelingen NITG- TNO, rapport 59, Haarlem. 7. Schorren of kwelders zijn de begroeide delen die aan de buitenkant van dijken kunnen aangroeien in kuststreken of langs rivieren (aanwassen). In het getijdengebied van vóór de bedijkingen wordt de naam ook gebruikt voor delen in een waddengebied die hoog opslibben en begroeid raken met zoutplanten. Losse (zand)platen in een getijdengebied of rivier heten opwassen. 8. P.C. Vos en F.D. Zeiler (2008), 'Overstromingsgeschiede nis van Zuidwest-Nederland, interactie tussen natuur lijke en antropogene processen', Grondboor en hamer 3/4, p. 86-95. 9. P.C. Vos, PD. Zeiler en J.M. Moree (2002), Delta-2003, 5000jaar terugblik, kaartatlas met toelichting. Land schapsreconstructie van de kustdelta van Zuidwest- Nederland in opdracht van het project GEOMOD van het Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ) van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, Utrecht (TNO-rapport NITG 02-096-B). Zie ook noot 6. 10. Idem. 11. Idem. 12. H.J.A. Berendsen (2008), Landschappelijk Nederland, vierde herziene druk, met dvd. Van Gorcum, Assen. 13. Zie noot 2. 14. PA. Henderikx (1996),'De zorg voor afwatering en dij- Van strandwal naar kustwal 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2012 | | pagina 17