daaruit: "...kwamen steeds meer granaten afge
wisseld door vliegtuigen, welke vele bommen lie
ten vallen. De toestand werd dreigend, overal
inslagen van granaten en bommen...", "...maakten
de steeds in aantal toenemende granaten en bom
men het werken zeer gevaarlijk...", "...de vele ont-
Gezicht op de binnenstad vanaf de Abdijtoren. Zeeuws Archief, HTAM-A-0718.
Al in de ochtend kwamen Duitse granaten - en
misschien enkele Franse - op de stad terecht,
voornamelijk de binnenstad. De beschieting ging
na enkele pauzes gedurende de hele middag door.
Het is niet uitgesloten dat ook daarbij enkele
Franse granaten op de stad terechtkwamen, maar
hoofdzakelijk ging het om Duitse granaten. Pas
tegen de avond kwam daaraan een einde. De gra
naten werden afgeschoten door de Duitse artille
rie, opgesteld bij Lewedorp (Selnisse). Deze artil
lerie, behorend tot de landmacht (Heer), was
onder operationeel bevel van Hausser gesteld.
Behalve door granaten werd de stad ook
getroffen door bommen, afgeworpen door Duitse
vliegtuigen van de Luftwaffe die als ondersteu
ning van de SS-strijdmacht waren ingezet. Over
de omvang van het luchtbombardement verschil
len de meningen. Sijnke acht het onbetekenend,
en gaat zo ver te spreken van "de mythe van het
luchtbombardement", waarbij hij zich onder
andere baseert op gesprekken met ooggetuigen.
De vraag is of deze opvatting juist is. De tekst
van het verslag De brandramp van mei 1940 te
Middelburg (ondertekening: A.J.W. Mathijssen)
dat deel uitmaakt van de archiefstukken van de
gemeentelijke brandweer, is hier een belangrijke
bron. Daaruit volgt die opvatting niet. Wij citeren
ploffingen van granaten en bommen gedurende
meer dan vijf uren...", "...de rondvliegende scher
ven van granaten en bommen..." "De meeste bri
santbommen deden geen brand ontstaan doch een
enkele voltreffer had een brand tengevolge."
Mathijssen trad krachtens opdracht van de bur
gemeester feitelijk op als commandant van de
brandweer in verband met de gezondheidstoe
stand van de commandant. Dezelfde Mathijssen
wordt door Sijnke (blz. 107) geciteerd als hij
spreekt van de granaten die werden "afgewisseld
door vele bommen, welke vliegtuigen lieten val
len".
Men kan zich dus afvragen of de verklaringen
van ooggetuigen die door Sijnke zijn gehanteerd
voldoende zijn voor zijn conclusie: het gaat om
verklaringen die zeventig jaren na het gebeurde
zijn opgetekend, en de meeste ooggetuigen van
het bombardement kunnen uiteraard niet meer
gehoord worden. Sijnke maakt trouwens ook mel
ding van andersluidende verklaringen. Dat de
Nogmaals, het bombardement
15