Boekbespreking Jacques Leblanc en Mare Claus, Laveren om de Schelde. Kroniek van de Belgisch-Nederlandse Per manente Commissie van Toezicht op de Schelde- vaart vanaf 1839. Uitgave Lannoo nv, Tielt 2011. ISBN 978-90-209-8168-1. 160 blz. met z/w- en kleurenfoto's, kaarten, register en bronnenover zicht. Prijs: 45. Laveren om de Schelde beschrijft de geschiedenis van de Belgisch-Nederlandse commissie die toe zicht houdt op de verschillende diensten in het Westerscheldegebied, zoals het loodswezen, de vaarwegmarkering en de Schelderadarketen. Het boek is min of meer onderdeel van een drieluik over maritieme aspecten van het Scheldegebied. Eerder verschenen Zeilen tussen land en zee en Volle kracht vooruit, over het ontstaan en het rei len en zeilen van het Belgische loodswezen. De auteurs hebben een achtergrond als zeeva rende en belangstelling voor de Vlaamse mari tieme geschiedenis; die combinatie is al heel wat bij onze zuiderburen. Mare Claus was eens luite- nant-ter-lange-omvaart (stuurman), vervolgens loods en later had hij een leidinggevende functie in de ambtelijke maritieme wereld. Ook Jacques Leblanc was eens officier bij de Belgische koop vaardij; hij behaalde later een licentiaat in de commerciële en consulaire wetenschappen. Beide auteurs kunnen bogen op talloze publicaties en hebben dus ruime ervaring met archiefonderzoek en aanverwante zaken. Nu de problemen binnen de Europese Unie zich opstapelen, wordt pas goed duidelijk hoeveel nuttig werk de Permanente Commissie van Toe zicht op de Scheldevaart, doorgaans kortweg PC genoemd, heeft afgeleverd sedert de splitsing van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Want de PC verricht al sedert 1839 haar taken op hoog ambtelijk niveau en is steeds in staat geweest om in een politiek gevoelig grensgebied en op een moeilijk te bevaren rivier de juiste beslissingen te nemen ten aanzien van veiligheid en technische ontwikkelingen. In het boek wordt een evenwichtig beeld geschetst van de verschillende Nederlandse en Belgische diensten, de verhoudingen worden op heldere wijze weergegeven en zo krijgt de lezer een voorbeeld van grensoverschrijdende samen werking gepresenteerd: soms moeilijk maar altijd oplosbaar. De commissarissen blijven ondanks politieke en militaire verwikkelingen, zelfs gedu rende de twee wereldoorlogen, onverstoorbaar hun werk doen en zich inzetten voor de veilig heid op het water. In de laatste decennia van de twintigste eeuw wordt de toelating van de groot ste containerschepen op de Schelde in de PC besproken en in onderzoekscentra getest alvorens deze schepen daadwerkelijk de Schelde opvaren. Wat dat betreft kan het huidige, toch min of meer verdeelde Europa nog veel leren van de volwas sen wijze waarop de twee landen aan de Noordzee met hun grensoverschrijdende problematiek omgaan. Het boek is chronologisch opgebouwd, met opvallend veel nadruk op de periode vóór 1940. Of de begeleidingscommissie daar een rol in heeft gespeeld, is niet duidelijk. Het feit dat de auteurs eerder een tweetal boeken schreven over het loodswezen is wel goed te merken. Loodstechni- sche en geschiedkundige zaken in woord en beeld overheersen nogal in deze uitgave. Het is jammer dat de auteurs niet ingaan op de omvangrijke wrakopruiming bij de laatste, derde vaarwegver dieping. Je krijgt de indruk dat aanvaringen, strandingen en scheepswrakken niet relevant zijn voor de vaart op Antwerpen. En dan vraag je je af: gaat de economie voor de veiligheid, of de veiligheid voor de economie? Wat de PC betreft is het laatste zeker van toepassing, want zij zet zich volledig in op de veiligheid op de Westerschelde en aangrenzende wateren. De verdieping, of beter het constant baggeren op de Schelde, komt wél tamelijk uitvoerig aan bod. Daar hoort de wrak opruiming van circa veertig obstakels echt bij; ze kan gerekend worden tot de grootste wrakkenber- gingen, vergelijkbaar met het vrijmaken van het Suezkanaal na 1956. De wrakken in de Wester schelde moesten geruimd worden om de rivier en haar toegangsgeulen geschikt te maken voor alle schepen, uitgaande van de eisen van de verdie- Boekbespreking 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2012 | | pagina 49