Ter nagedachtenis aan Wim Dirksen: finis operis, non operantis
In de Kerstdagen van 2011 is Wim Dirksen over
leden, conservator handschriften van het Genoot
schap, verzamelaar en onderzoeker van kinds
been af tot aan zijn dood, en een der laatste
'liefhebbers' in de vereniging. Velen kenden hem,
velen kende hij, al was hij een eenling.
Willem Dirksen werd in 1923 in Middelburg
geboren, waar hij opgroeide tot zijn zevende
levensjaar. In 1929 verhuisden zijn ouders naar
Amersfoort en daarna, in 1932, naar Breda. Ten
slotte kwam Wim op twaalfjarige leeftijd in Rot
terdam terecht. Daar stalden in de jaren dertig
antiquaren iedere zaterdag hun waren uit op de
Goudsesingel. Samen met zijn klasgenoot John
Landwehr [die later zijn waardevolle kinderboe
kenverzameling aan het Genootschap zou schen
ken) scharrelde Wim tussen de kraampjes met
oude boeken. Af en toe kocht hij iets van zijn
zakgeld, om het dan soms een week later met
kleine winst aan een andere handelaar te verko
pen. Na de lagere school ging Wim naar het Mar-
nix-gymnasium in Den Haag, waar hij in 1942
zijn diploma haalde.
Luisterend naar zijn roeping, wilde Wim
geschiedenis studeren. Hij weigerde echter de
door de Duitse bezetter verlangde ariërverklaring
te tekenen. Niet studeren zou echter tot een
oproep voor Arbeitseinsatz in Duitsland leiden.
Zijn vader vond een oplossing en stuurde hem
naar de Rijksbelastingacademie in Rotterdam.
Daarmee ontkwam Wim zowel aan de ariërver
klaring als aan de Arbeitseinsatz. Het opleiden
van belastinginspecteurs vond de bezetter kenne
lijk belangrijker dan hun raszuiverheid of inzet
voor de oorlogsindustrie...
Na de oorlog koos Wim voor de studie rech
ten. Die keus lag in het verlengde van zijn studie
aan de Rijksbelastingacademie en verruimde zijn
carrièremogelijkheden. Na het behalen van zijn
meestertitel werkte hij als surnumerair bij de
Rijksbelastingdienst. In 1950 werd hij als bezol
digd ambtenaar aangesteld bij het ministerie van
Financiën in Den Haag. Daar hield hij zich bezig
met internationale fiscale zaken. Hij werkte mee
aan tal van bilaterale belastingverdragen en
reisde hiervoor regelmatig naar het buitenland.
Ook was hij in die jaren betrokken bij de eerste
besprekingen over Europese samenwerking,
waarover hij boeiend kon vertellen.
Zijn belangstelling voor de geschiedenis van
Zeeland moet al vroeg ontstaan zijn, want in
1949 werd Wim op 26-jarige leeftijd lid van het
Genootschap. In die tijd traden, net als nu, maar
weinig jonge mensen toe tot een vereniging als
het Zeeuws Genootschap. In 2009 stond de alge
mene ledenvergadering stil bij zijn zestigjarig
lidmaatschap. Niemand was langer lid dan hij.
In 1968 vroeg en kreeg hij eervol ontslag als
hoofdinspecteur-titulair van 's Rijksbelastingen.
Het internationaal fiscaal recht lag hem wel,
maar het ambtenaar zijn was hem te dor. Hij was
meer geïnteresseerd in financieel-historisch
onderzoek dan in actuele fiscale kwesties, al
combineerde hij beide in zijn belangstelling voor
financiële rechtshistorie, die al vroeg in zijn
publicaties tot uiting kwam. Vanaf zijn 45ste
levensjaar - een leeftijd waarop de meesten van
ons nog lang niet aan hun pensionering denken -
tot aan zijn dood heeft Wim Dirksen zich, zonder
betaalde betrekking, aan de geschiedkunde
gewijd. Hij leefde van een klein pensioen. Als
In memoriam
65