In memoriam Henk en Ruud Visscher-Passmann
hij niet, en lopen was gezond. Je hoefde niet voor
hem te stoppen. Hij stapte toch niet in. Voor zijn
boodschappen liep hij naar een supermarkt in een
buitenwijk van Middelburg. Daar was het goedko
per. Koken deed hij niet echt. Hij bereidde een
eenpansgerecht, dat hij naar verluidt staande
achter zijn fornuis opat. Dat scheelde tijd en
afwas. Wassen deed hij met de hand. Wat moetje
met een wasmachine?
Zijn woning kende weinig moderne huishou
delijke gemakken. Het pand was tot aan de nok
toe gevuld met allerhande verzamelingen. Hij had
nog een bibliotheek op planken in plaats van
gigabytes op schijven. Als schooljongen was hij
al begonnen met het verzamelen van historische
potscherven. De sigarenkistjes met scherven wer
den na zijn dood op zolder gevonden. Elders von
den zijn erven de brieven van en aan vrienden
met wie hij een halve eeuw eerder scherven had
uitgewisseld. Ook die had hij bewaard. Hij bezat
een collectie historische reisgidsen van Cairo
waarmee hij oude prentbriefkaarten van die stad
kon identificeren. Later verlegde hij zijn interesse
naar kostbaarder voorwerpen zoals vijzels, mun
ten en penningen. Maar vooraLverzamelde hij
historisch drukwerk en handschriften. Zijn huis
aan de Rotterdamsekaai was een schatkamer,
waar hij als bewaarder overigens maar een enke
ling toeliet.
Wim was vriendelijk en hartelijk jegens een
ieder. Toen de administratrice van het Genoot
schap motorrijlessen volgde, informeerde hij tij
dens zijn wekelijkse bezoeken aan haar kantoor
steeds hoe het ging. Toen zij geslaagd was (wat hij
niet wist), toverde hij een bloemetje te voorschijn
uit zijn aktentas en zei: ik wist datje het zou
halen. Je kon Wim gemakkelijk in je hart sluiten,
al liet hij maar weinigen toe in zijn privéleven.
Bij hem thuis kwam maar een enkeling binnen.
Toen een goede vriendin in de zomer van 2011 bij
hem aanbelde om hem een bos bloemen te bren
gen ter gelegenheid van zijn herstel na een val,
zei hij: neem ze maar weer mee, ik heb niets om
ze in te zetten. Je vergaf hem dat.
Hij bezat een ontzagwekkende kennis die zich
uitstrekte tot in de kleinste en fijnste details van
zijn onderwerpen. Voor de Zeeuwse Bibliotheek
was hij vaak de laatste strohalm: "Als Wim Dirk-
sen het niet weet, dan wordt het moeilijk", zei
men daar. Als auteur was hij eigenzinnig en niet
gemakkelijk. Tweede Wereldoorlog moetje met
hoofdletters schrijven, eerste wereldoorlog niet,
zo hield mij eens voor toen ik een artikel van
hem geredigeerd had. Toen ik tegensputterde, zei
hij: kijk eens, bij de Tweede Wereldoorlog was
Nederland betrokken, bij de eerste niet. Dat nam
je van hem.
Zijn laatste jaren waren niet gemakkelijk. Hij
werd hardhorend, had een loep nodig om zijn
handschriften te lezen, en hij liep met een stok.
Maar zoals dat gaat met mensen die uit één stuk
gemaakt zijn, bleef hij wie hij was: een integere,
aimabele, hardwerkende man. Zijn nabestaanden
lieten rond de jaarwisseling weten dat hij rustig
was heengegaan, na een welbesteed leven met
veel aandacht voor zijn familie, gestaag studeren,
en werken aan zijn boek en aan zijn verzamelin
gen. Zo was het. Het Genootschap gedenkt Wim
Dirksen in dankbaarheid en met respect. Hij was
de meest historische historicus van de vereni
ging, een toegewijd lid-onderzoeker en een vrien
delijk mens.
FS
Die zondagmiddag in de zon, hun hoofd vol
plannen en ideeën, op een wandeling naar het
bolwerk, eindigde plotseling hun leven
Middelburgs vroegere stadsdichter J.H. Buma
schreef deze woorden in een 'Requiem' voor Henk
en Ruud. Op zondagmiddag 20 november 2011
kwam het echtpaar Visscher-Passmann door een
ongeluk om het leven. Bijna alles deden ze samen,
leken een onverbrekelijke eenheid te vormen, tot
ze op die zonnige zondag ook samen stierven.
Ruud Passmann werd 15 maart 1938 geboren
in Wanne Eickel in Duitsland. Zij was een schip-
persdochter en bracht haar jeugd afwisselend
door op het schip en op kostschool bij de nonnen,
nonnen waar ze met gemengde gevoelens over
dacht en vertelde. Daarna volgde ze een opleiding
tot apothekersassistente in Rotterdam, waarna ze
In memoriam
67