Aanwinsten juni
G.G. Trimpe Burger-Mekking
Het nieuwe tijdschrift Immaterieel erfgoed (jaar
gang 1, 2012, 1), de opvolger van de tijdschriften
Traditie en Volkscultuur Magazine, werpt in de
eerste aflevering een ander licht op Valentijnsdag
dan we gewend zijn. In Westerhoven in Noord-
Brabant speelt de commercie namelijk geen rol op
14 februari, wel is het de enige plaats in Neder
land waar Sint Valentinus al eeuwenlang wordt
vereerd. Een aan hem gewijde kapel is elke dag
open voor een stil moment en op Valentijnsdag
trekken de dorpelingen er in processie heen. Er
wordt gezongen en gebeden en na afloop warme
chocolademelk met koek geconsumeerd (auteur J.
van de Velden). Dezelfde auteur vertelt over een
van de oudste carnavalsverenigingen van Neder
land, het Venloosch Vastelaoves Gezelschap
Jocus, actief sinds 1842.
In 'De vergeten keuken' (E. Meijer) worden
culinaire tradities belicht, en onze ijspret als
Kleurenlithografie: De Simonau Toovey naar schilderij van
A. Dillens. Zeeuws Archief, Zelandia Illustrata III, 1425.
immaterieel erfgoed mag natuurlijk ook niet ont
breken (I. Strouken).
In Westerheem (februari 2012) maken we kennis
met een prehistorische Peruaanse knotskop die
een eeuw geleden in Rhenen uit de grond kwam.
Na onderzoek bleek de vondst authentiek te zijn
en kan de Zuid-Amerikaanse herkomst worden
bevestigd (R. Kok). M. Bartels schreef een artikel
over gedecoreerde vuurstolpen van omstreeks
1700 uit Enkhuizen.
T. Buitendorp schetst de geschiedenis van het
onderzoek van het Romeins Forum Hadriani. De
Commissie Herziening Voorlopige Lijst Werelderf
goed heeft geadviseerd het Forum voor te dragen
als werelderfgoed.
In het Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Let
terkunde (2011, 3) schrijft B. Caers 'Een buchelin
inn flemische', over het ontstaan en de versprei
ding van de ridderepiek in de Nederlanden, on
geveer tussen 1150 en 1450. Er zijn zeventig ver
schillende ridderteksten bekend, die zijn over
geleverd in het dubbele aantal handschriften.
Soms zijn het fragmenten die zijn versneden en
opnieuw gebruikt, zodat men niet eens weet uit
welke ridderroman ze afkomstig zijn.
T. van Strien gaat in zijn artikel in op het
werk van R. Schenkeveld-van der Dussen, Dichter
en boer. Hubert Korneliszoon Poot. Zijn leven, zijn
gedichten. Schenkeveld ziet in Poot een dichter
die iets totaal nieuws bracht in de Nederlandse
literatuur, iemand die eigen gevoelens onderwerp
van zijn dichtwerk maakte. Volgens tijdgenoten
die Poots werk bespraken is daar echter geen
sprake van; wel werd hij geprezen om zijn taalge
bruik en gezien als een goed navolger van Hooft
en Vondel.
R. Honings vertelt over de ontwikkeling van
de leescultuur in Leiden tussen 1760 en 1860.
In het vierde nummer van 2011 van het Tijd
schrift voor Nederlandse Taal en Letterkunde
behandelt S. Huigen het abjecte gedrag van de
Nederlanders in Japan tijdens de VOC-periode
Schaatsend boerenpaar uit Zuid-Beveland, circa 1880.
70
Aanwinsten