Lodewijk XIII in Brussel de oorlog had verklaard
aan Spanje. Daarna kwam er een periode van ter
reur en brute schendingen tegen de mensheid. De
voortdurende wijzigingen van de grens tussen
Frankrijk en de Spaanse Nederlanden veroor
zaakten bij de bevolking grote bezorgdheid. De
infrastructuur van de aangelegde verdedigings
werken was moeilijk te bestuderen omdat de
gegevens zich beperkten tot schaars archief
materiaal en iconografische stukken. Van die
stukken zijn nu in het jaarboek veel cartografi
sche documenten bij elkaar gebracht. De Spiere-
linies en andere belangrijke linies in het Door-
nikse Scheldegebied worden uitgebreid
beschreven door Ph. Despriet.
R. Gils bespreekt de bewapening en de tactiek
tussen 1650 en 1700 van het leger, dat samenge
steld was uit infanterie, cavalerie en artillerie.
P. Mattelaer laat zien dat windmolens vroeger
buiten hun normale functie een andere belang
rijke rol gekend hebben. Daar ze op een hoogte
stonden vormden ze een goed oriëntatiepunt, nut
tig voor de cartograaf bij het opmaken van de
kaarten en voor de militairen bij het gebruik van
die opgetekende gegevens.
Verder wordt in het jaarboek aandacht besteed
aan de Zuidwest-Vlaamse kerken en kastelen in
oorlogstijd tussen 1670 en 1700.
Uit Trier ontving het Genootschap het archeologi
sche tijdschrift Funde und Ausgrabungen im
Bezirk Trier (nr. 42, 2010). K.J. Gilles beschrijft
de eerste Keltische muntschat die in de omgeving
van Trier ontdekt is. Over middeleeuwse en jon
gere hoefijzers in het Rheinisches Landesmuseum
Trier gaat het artikel van S. Martini, en B. Bienert
behandelt antieke toiletpotten aan de hand van
een gevonden Romeins exemplaar in een afval
put.
Van J. Merten is het artikel 'Friedrich Wil
helm IV und das römische Mosaik von Nennig an
der Obermosel'. In 1852 is het beroemde mozaïek
voor de dag gekomen, als een van de grootste
Romeinse mozaïekvloeren die ooit ten noorden
van de Alpen ontdekt zijn. In 1856 bezocht
koning Friedrich Wilhelm IV met zijn gevolg de
mozaïekvloer. Ter herinnering aan het belangrijke
bezoek werd een herinneringsboek aangeschaft.
Veel namen van beroemde bezoekers tussen 1856
en 1869 zijn opgenomen. In 1927 is het boek in
bezit van het Trierer museum gekomen en in
1995/'96 gerestaureerd. De auteur laat de lezer
kennismaken met de belangrijke personen die de
vloer kwamen bewonderen.
Artifacts from the Craig Mound at Spiro, Okla
homa is de titel van een uitgave van Smithsonian
Institution in Washington, geschreven door A.K.
Sievert (2011). Deze monografie geeft de histori
sche context en gedetailleerde beschrijving van
een opmerkelijke collectie van meer dan 20.000
voorwerpen van de Craig Mound te Spiro in het
oosten van Oklahoma. Spiro is een van de
belangrijkste plaatsen uit de 'Mississippiaanse'
periode (900-1500). Behalve het culturele belang
van de vindplaats voor de regionale geschiedenis
geven de vondsten een uniek inzicht in het cere
moniële leven en de artistieke vernieuwingen van
een volk dat een belangrijke maar slechts weinig
bekende culturele traditie ontwikkelde. Tussen
1933 en 1936 werd de grond bij Spiro verkaveld;
gevonden voorwerpen werden verkocht en kwa
men bij verschillende handelaren terecht. Arche
ologische onderzoekingen volgden en uiteindelijk
werden veel vondsten bijeengebracht in het
National Museum of Natural History. De collectie
bevat veel zeeschelpen, gegraveerd met een grote
verscheidenheid aan menselijke en dierlijke
afbeeldingen. Veel van de voorwerpen zijn
gemaakt van materialen, verworven door de
bevolking van de streek, die een wijdverbreid
intensief handelsnetwerk onderhield.
72
Aanwinsten