Zeeland 21.2
Van oude menschen, de dingen die voorbij gaan
Van oude menschen, de dingen die voorbij gaan is
de titel van mogelijk de bekendste roman van
Louis Couperus. Ik heb de televisieserie nog voor
ogen, met Caro van Eijck in de rol van Ottilie
Dercksz, en ik herinner me vooral de zwaarmoe
dige sfeer van het verhaal. Waarom dan deze titel
in een seizoen waarin de wegbermen uitbundig
bloeien en onze oude hond gestoord wordt van de
halfwas merels in onze tuin, die vlak over zijn
kop fladderen?
Omdat de inhoud van dit nummer wat melan
cholisch stemt.
Het bevat drie in memoriams: voor Nell Gin
jaar-Maas, voor Wim Dirksen en voor Henk en
Ruud Visscher. Alle vier in de afgelopen tijd
overleden en alle vier belangrijk geweest voor het
Genootschap. Nell Ginjaar, oud-voorzitter van het
Genootschap; Wim Dirksen en Ruud Visscher,
beiden conservator handschriften; en Henk, die
door zijn belangstelling voor computers meehielp
het Genootschap het IT-tijdperk binnen te lood
sen. In memoriam (latijn); vertaald: "in het
geheugen". Bij de Engelse herdenking van de oor
logsslachtoffers (18 november) wordt jaarlijks een
zin uit een gedicht van Laurence Binyon, For the
Fallen, geciteerd: "We will remember them", wat
zoveel betekent als "we moeten hen in gedachten
houden"; in memoriam dus. En dat is wat we met
Nell, Wim, Henk en Ruud zullen doen, we laten
hen niet "voorbij gaan".
Het artikel van Adrie Tange en Jan Zwemer
gaat ook over overlijden. Het behandelt sterftecij
fers op Schouwen en (westelijk) Walcheren in de
negentiende eeuw. Dat is wat langer geleden en
daardoor minder droevig stemmend. Het artikel
van Ton de Koning neemt ons nog verder terug,
namelijk naar de Tachtigjarige Oorlog, de tijd van
de watergeuzen. Een brief van een van deze vrij
heidsstrijders brengt ons de geschiedenis van die
tijd weer in het geheugen (in memoriam dus).
En vervolgens de recensie van het boek
Verdwenen Dorpen in Nederland, deel 5: Zeeland.
De recensie is van Aad de Klerk, het boek is
geschreven door Bert Stulp. Ook dit boek is in
feite een in memoriam: voor verloren gegane
Zeeuwse dorpen.
Recensies van heel andere aard zijn die van
Lo van Driel en van Ad Beenhakker. Lo van Driel
recenseert het proefschrift van Arno Neele, De
ontdekking van het Zeeuwse platteland. Het proef
schrift gaat over de emancipatie van het platte
land en over desurbanisatie. Beter en minder
kort-door-de-bocht dan ik het hier weergeef, is de
recensie van Lo: het lezen waard. Ad Beenhakker
recenseert het boek van A.R. Koppejan en D.L.A.
Helmich: Een veger wind, de geschiedenis van
vier Zeeuwse klippers. Het gaat hier om binnen-
vaartklippers, niet om zeegaande zeilklippers.
Als u het boek gelezen hebt weet u veel, zo niet
alles van binnenvaartklippers. Ook de zoge
noemde zijschroef wordt in het boek behandeld.
In een volgend nummer van Zeeland meer over
deze bijzondere hulpmotor.
Verder in dit nummer in de aanwinsten een
overzicht van de inhoud van ontvangen periodie
ken. Veel over erfgoed, dus dingen die voorbij
gegaan zijn.
Ik wens u veel leesplezier.
Ad Huiskes
Introductie
41