T
Gezicht in het dorp Kats, ca. 1915. Zeeuws Archief, ZI, II-P 6012.
zoveel gebeurd, dat een afzonderlijk onderzoek
en boek nodig is. Dat kan, maar Zwemer vergast
ons dus nu in feite op ontwikkelingen in het libe
rale en protestantse platteland van de Zeeuwse
eilanden. Als de Eerste Wereldoorlog zo centraal
staat in het boek, kun je Zeeuws-Vlaanderen
moeilijk zuid laten liggen. Bovendien laat
Zwemer zo de mogelijkheid schieten om na te
gaan wat voor de eilandbewoners nu precies 'Zee
land' was. Was heel Zeeland voor hen een 'ima
gined community', om met Benedict Anderson te
spreken, of keken ze niet verder dan het dorp?
Het accent ligt in dit boek op drie samenhan
gende processen: het wegzakken van het politieke
belang van de familienetwerken van 'regenten-
boeren', het opkomen van organisatie (al dan niet
in landelijk verband) onder landarbeiders, de toe
nemende rol van de staat, zij het de centrale over
heid of de burgemeester. Een ander proces dat
lokale gemeenschappen evenzeer in nationale
verbanden trachtte te integreren, namelijk de
verzuiling, wordt amper geanalyseerd. Nochtans
is de rol van de verzuiling in het door de Dolean
tie verscheurde Serooskerke niet te ontkennen en
vinden we verzuiling ook terug in 1918 en vol
gendejaren, wanneer verschillende nationale
landarbeidersvakbonden proberen afdelingen in
Zeeland op te richten. Zwemer lijkt, net als
andere historici overigens, er trouwens vanuit te
gaan dat het verzuilingsproces in 1917 ten einde
was. Het gevolg van de gelijkstelling van bijzon
der en openbaar onderwijs toen was echter dat op
lokaal niveau geld vrijgemaakt moest worden
voor bijzondere scholen. Dat zette vaak kwaad
bloed. Verzuiling voltrok zich op lokaal niveau
vooral na 1917.
Fascinerend en goed getekend is de politiek-
sociale verandering op de dorpen. Vooraan
staande familienetwerken verloren tijdens de oor
log aan invloed, soms door onbeholpenheid (in
Zonnemaire) maar vaker doordat veel landarbei
ders met nieuw gepacht land zich tijdens de oor-
118
Boekbespreking