Zekerheid
In de volle middeleeuwen verandert er in Zeeland
veel, en waarschijnlijk veel sneller dan elders. De
domeinen vielen uiteen in de elfde/twaalfde
eeuw, de horigen wonnen hun vrijheid en
arbeidsdiensten verdwenen. Dit is vroeg, in een
Europees perspectief; uitzonderlijk vroeg zelfs.
Tegelijkertijd, en dit is cruciaal, bleef de
macht van de adel zeer groot. Niet meer geba
seerd op domaniale macht, ook niet vooral op
grootgrondbezit - zoals elders, bijvoorbeeld in
het Gelderse rivierengebied -, maar op een scala
aan rechten; in de rechtspraak, de waterstaat,
heffingen, inkomsten uit grond, en zelfs rechten
op religieus vlak, door de stichting van kerken.
Zeeland in deze periode was een adels- of
ambachtsherenrepubliek, met een geheel eigen
sociaal-institutionele inrichting, en de wil van
die elite om die inrichting te verdedigen tegen
iedereen die haar bedreigde.
Deze inrichting moet een relatief grote mate
van zekerheid hebben gebracht, vergeleken met
andere gewesten in deze tijd, blijkend uit de
snelle economische groei van Zeeland. Die was
sneller dan waar dan ook. Al lezend in dit boek
ben ik ervan overtuigd geraakt dat Zeeland in de
twaalfde/dertiende eeuw behoorde tot de meest
voorlijke delen van West-Europa. Dat ik dat voor
een Zeeuws publiek zeg, lijkt verdacht, maar ik
zou zoiets niet lichtvaardig zeggen.
De mate van commercialisering van de eco
nomie was zeer groot, nieuwe instituties zoals het
pachtsysteem zijn zeer vroeg ingevoerd, en de
mate van urbanisatie is fenomenaal. Peter Hende-
rikx noemt Middelburg en Zierikzee rond 1300
bescheiden steden met hun 3.500 inwoners, en hij
vergelijkt ze met de 60 duizend inwoners van
Londen en Gent, maar op een totaal van 30 dui
zend inwoners in Zeeland, en met een veelheid
aan kleinere steden, komt de urbanisatiegraad
snel op 30 procent of meer; het hoogste in West-
Europa, meer dan Holland en Vlaanderen, meer
dan Noord-Italië.
Wat zijn hierin de factoren? Ik noem een aan
tal mogelijkheden, opnieuw slechts zeer tentatief.
Allereerst speelde natuurlijk de strategische
ligging van Zeeland een rol. Maar meer regio's
hadden een dergelijk voordeel, en bovendien
bezat Zeeland dit voordeel later in de geschiede
nis ook, ook toen het economisch niet voor-,
Plattegrond van Aardenburg door Jacob van Deventer.
Steendruk van J. Smulders en Co., Den Haag. Zeeuws Archief,
Zelandia Illustrata I, 683.
maar achterliep. Er is dus veel meer dan de lig
ging alleen. Er was blijkbaar het kapitaal aanwe
zig om te investeren, en dit wérd ook productief
geïnvesteerd, en niet verspild. Dat is niet vanzelf
sprekend. Ook nu, in onze tijd, is dit een groot
vraagstuk. Ook was er een snelle institutionele
vernieuwing, zoals in de pacht. Wellicht was er
ook veel human capital aanwezig, blijkens de
snelle verschriftelijking, de vroege opkomst van
scholen en de vlotte overgang naar het Neder
lands als schrijftaal. Al met al: het hele sociaal-
institutionele raamwerk bood dus zekerheid, sti
muleerde vernieuwing en beloonde investeringen,
méér dan in andere gewesten.
Hoge urbanisatiegraad
Een succesverhaal. Maar dit bleef niet. In de vol
gende periode, de veertiende tot de zestiende
eeuw, zien we hoe er een andere dynamiek gaat
ontstaan. Zeeland bleef zich wel snel verder ont
wikkelen. We zien een vroege schaalvergroting in
de economie, de opkomst van de loonarbeid. Zee
land maakt een snelle transitie door naar een
meer kapitalistische economie, opnieuw als een
van de voorlopers in Noordwest-Europa. De grote
marktgerichtheid in Zeeland bleef, en ook de
groei van de steden. In de zestiende eeuw bedroeg
de urbanisatiegraad 50 tot 60 procent. Nog altijd
het hoogste van Europa.
Tegelijkertijd zien we negatieve ontwikkelin
gen, ten dele samengaand met de opkomst van
132
Geschiedenis van Zeeland