nepotisme - was weggepromoveerd van Westka- pelle naar Vlaanderen (Oostende), bleef hij zich met Zeeuwse zaken bemoeien (onder andere met het graven van het Kanaal van Gent naar Terneu- zen). Deel III. Arno Neele, De ontdekking van het Zeeuwse platteland. Culturele verhoudingen tussen stad en platteland in Zeeland 1750-1850 Balans tussen stad en platteland 3; Zwolle: Waanders, Utrecht: Universiteit Utrecht, 2011, 223 pp., ISBN 978-90-400-7796-8) Aan de bijdrage van Arno Neele aan het onder zoeksproject heeft Van Driel in dit tijdschrift reeds voldoende aandacht besteed. Desondanks is het de moeite waard afzonderlijk stil te staan bij Neele's ideeën over de Zeeuwse identiteit. Volgens de auteur baarden de economische neergang en het verval van de steden de bestuurders in Zee land grote zorgen. In het publiek debat werd daarop op drie manieren gereageerd. De eerste reactie betrof het streven naar economisch her stel. Er werden plannen gemaakt voor de aanleg van een nieuwe haven in Middelburg en een spoorlijn van Vlissingen naar Duitsland. De jonge promovendus ziet die initiatieven als pogingen om de handelsfunctie van de Zeeuwse hoofdstad te herstellen. In feite dus een conservatieve reac tie. Voeg daarbij de acceptatie van de desurbani satie en de stimulering van de plattelandsecono mie en -cultuur, alsmede de cultivering van het beeld van de stille, dode stad, en het beeld van de Zeeuwse identiteit is compleet. Aan Zeeland ging de moderne tijd voorbij en daardoor werd de pro vincie klaargestoomd voor 'groen' (landbouw) en 'blauw' (toerisme). Deze redenering gaat volledig voorbij aan de vernieuwingsdrang die ook in Zeeland leefde. De (vroege) spoorwegplannen van Dirk Dronkers waren geen pogingen om de han delsfunctie van de Zeeuwse steden te herstellen; ze waren een serieuze poging Zeeland met het industriële Duitse achterland te verbinden. Wat dat betreft hadden de Utrechtse historici er goed aan gedaan de onderzoeksresultaten te raadple gen van een generatie voor hen. Uit een artikel over de liberale kiesvereniging De Grondwet te Middelburg blijkt dat Dronkers tot de jonge libe ralen behoorde die vooruitstrevende ideeën had den over de inrichting van het nieuwe Nederland waar ook Zeeland deel van uitmaakte." Toen in 1867 de Zeeuwse spoorlijn tot Goes voltooid was en begonnen werd met de voltooiing van de lijn tot Vlissingen (via Middelburg), was dat in de Zeeuwse hoofdstad aanleiding tot het organiseren van een grote folkloristische optocht waarin het belang van industrievestiging onder de aandacht Intocht van de Franse troepen binnen Middelburg door de Vlissingse Poort, 6 februari 1795. Zeeuws Archief, Zelandia Illustrata III, 286. van het brede publiek werd gebracht met een afzonderlijke praalwagen gewijd aan de calicotfa- hricage in Middelburg. De uiteindelijke realisatie van het Walcherse deel van de Zeeuwse spoorlijn en de daarmee gepaard gaande aanleg van het Kanaal door Walcheren leidden zelfs tot de sloop van een deel van de bastions en de Vlissingse Poort in Middelburg. Zo doordrongen was de lokale overheid van het belang van infrastructu rele innovatie voor de industrievestiging.12 Deel IV. Paul Brusse en Wijnand W. Mijnhardt, Towards a New Template for Dutch History. De- urbanization and the Balance between City and Countryside Balance between City and Countryside 4: Zwolle: Waanders, Utrecht: Universiteit Utrecht, 2011, 115 pp., ISBN 978-90-400-7796-8) In het vierde deel van de studie, getiteld Towards a New Template for Dutch History, wordt gecon cludeerd dat de Zeeuwse geschiedenis tussen 1750 en 1850 illustratief was voor historische ontwikkeling van de rest van Nederland. De eco nomische en politieke macht verschoof ook elders lees verder op pagina 147 •j t i 138 Desurbanisatie

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2012 | | pagina 20