eeuw was het maken van maquettes de enige manier om het verband tussen een vestingwerk en het landschap duidelijk te maken. De toenma lige cartografie had te weinig middelen om goed in het platte vlak te werken. Door de maquettes werden de militairen in staat gesteld om vanuit Parijs de vestingbouw in de gaten te houden, de relatie tussen vesting en landschap te analyseren en zo belegeringen voor te bereiden. Na 1700 kre gen ze ook een ceremoniële functie en konden ze bezocht worden door buitenlandse hoogwaardig heidsbekleders. Ch. Limonard behandelt de stelling van Heus- den, een specifieke inundatiestelling, wat wil zeggen dat de werken van die stelling uitsluitend tot taak hadden de inundatiemiddelen en de accessen te beveiligen, zodat een geplande inun datie ook echt kon worden gerealiseerd. Staatsbosbeheer beheert het vuurtoreneiland voor de kust van Durgerdam, dat sinds 1701 bestaat. Begin negentiende eeuw werd het eiland vergroot en kwam er een kustbatterij. In 1885 kreeg deze batterij, samen met de batterij bij Die- merdam en het forteiland Pampus, de functie van het afsluiten van de toegang tot Amsterdam vanaf de Zuiderzee en het tegengaan van een beschieting van de stad vanuit zee. Het vuurto reneiland is nu een rijksmonument en behoort tot het Unesco-werelderfgoed. Het eerste artikel in De Maasgouw, het tijdschrift voor Limburgse geschiedenis en archeologie (2012, 3) heet 'Allemaal glas!' en is geschreven door W. Dijkman. De reputatie van Maastricht als industriestad is vooral te danken aan de aarde werkindustrie. Toch heeft de grondlegger van de keramische industrie, Petrus Regout, ook de glas productie geïntroduceerd, en het meeste glas en kristal dat in de negentiende en twintigste eeuw in Limburg werd gebruikt kwam eveneens uit Maastricht. Bij archeologische opgravingen vormt glas vanaf de Romeinse periode een van de meest voorkomende vondstcategorieën. Het gaat dan om drinkglas, vensterglas, glas-in-lood en glazen sieraden. De gevonden voorwerpen zijn in veel gevallen als grafgiften aan de doden meege geven. In 1674 ontdekte George Ravenscroft hoe kristal gemaakt moest worden: door toevoeging van loodoxide tijdens het smeltproces kreeg glas een 'kristalheldere' glans en een groot lichtbre- kend vermogen. Glas is transparant, harder dan staal en toch breekbaar. Verschillende toepassin gen worden in het artikel genoemd. H.J.L.M. Boersma schreef'Scheuring (1865) en verzoening (1875) in de joodse gemeente van Eijsden'. De oudste aanwijzingen van joods leven in Eijsden gaan terug tot 1651. In 1764 hadden de joden er een synagoge. Toen in 1808 ook de joden een vaste achternaam moesten aannemen, telde de joodse gemeenschap in Eijsden 51 personen. In 1865 was de grote gangmaker van een afschei dingsbeweging Pieter Salomon Lefebre. Veel geruzie over een tweede synagoge en over gescheiden begraafplaatsen volgde; zelfs de marechaussee moest komen opdraven om voor een gestorven kind een behoorlijke begrafenis te waarborgen. Na het overlijden van Lefebre in 1875 konden de afgescheiden gelovigen weer her enigd worden met de oude Israëlitische gemeente. De laatste drie in Eijsden woonachtige joden zijn in 1943 op transport gesteld naar Vught en Sobi- bor. Zij hebben de oorlog niet overleefd. De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taai en Letterkunde in Gent zond Jaarboeken en Ver slagen ft Mededelingen van de jaren 2009, 2010 en 2011. In de Verslagen 2011, 1 gaat een lang artikel over de datering van de Middelneder landse ridderepiek (B. Caers en M. Kestemont). Het dateren van teksten is een belangrijke uitda ging voor het literair-historisch onderzoek. Voor de Middelnederlandse ridderepiek is het probleem complex omdat men moet werken met vaak frag mentarische, veel jongere teksten. Eerst wordt een bespreking van de belangrijkste dateringsme thoden gegeven, gevolgd door een chronologisch overzicht van de ridderepiek, gebaseerd op een kritische analyse van secundaire literatuur. In 'Oude verhalen voor jonge lezers, over bewerkingen van literaire klassiekers' laat S. Par- 150 Aanwi nsten

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2012 | | pagina 32