heel Nederland één groot Arcadië. Vooral de vele
van geringe hoogte genomen luchtfoto's geven de
indruk van een eindeloos parklandschap. Slechts
zelden is aan de horizon iets van stedelijke
bebouwing of industrie te zien.
Zeeland krijgt in het boek ruime aandacht,
mede dankzij de medewerking van de regionale
deskundigen Martin van den Broeke en Ronald
van Immerseel. Van den Broeke komt vooral aan
het woord in het hoofdstuk 'De buitenplaats als
strijdtoneel', waarin de inundatie van Walcheren
en Schouwen in 1944 uitgebreid aan de orde komt
en en passant ook de stormramp van 1953 mee
genomen wordt. Ook de Zeeuwse buitenplaatsen
prijken op vele mooie foto's.
Een enkele keer is er bij de redactie van het
boek iets misgegaan. Zo wordt bij de inundatie
van Walcheren onverhoeds vermeld: "Sommige,
hoger gelegen buitens werden gespaard, zoals de
buitenplaats Kloetinge te Kloetinge, waar onder
andere een enorme Sequoiadendron giganteum
behouden bleef." Gelukkig maar dat Kloetinge
niet op Walcheren ligt. Over de verwoesting van
het Huis Oosterland wordt vermeld: "[Bij Ooster-
land] stond het Huis te Oosterland, een villa van
de familie Schimmelpenninck van der Oye, die in
1944 werd gebombardeerd, en lag de buitenplaats
Heerenhof. In 1953 stond het gebied onderwater.
Net als Oosterland werd Heerenhof niet opge
bouwd." Dit wekt de indruk dat het om twee ver
schillende huizen gaat. Het huis te Oosterland is
echter hetzelfde als het Heerenhof. Ook merk
waardig is dat in de adressenlijst als adres van
het Slot Haamstede staat vermeld: Ring 2, Ouwer-
kerk. Straat en huisnummer kloppen, maar dit zet
de argeloze toerist wel op het verkeerde been.
Om nog even op de buitenplaats Kloetinge
terug te komen, dat is natuurlijk helemaal geen
buitenplaats, maar een twintigste-eeuwse perma
nent bewoonde dorpswoning met een prachtige
tuin. Maar daar zullen we niet moeilijk over
doen; gelukkig kreeg de tuin een fraaie foto
waarop ook de genoemde reuzenboom te zien is.
Al met al is De buitenplaats en het Neder
landse landschap niet alleen een mooi platen
boek, maar biedt het ook veel interessante stof tot
lezen en nadenken over heden en toekomst van
dit unieke erfgoed. En het nodigt vooral ook uit
om eropuit te gaan, te voet of per fiets, want een
buitenplaats bezoekje liefst niet met de auto, ook
al heeft de historische moestuin in veel gevallen
plaats moeten maken voor een parkeerterrein.
Ad Beenhakker
Peter Lodemeyer, Licht, Jap Sam Books 2012, ISBN
978-94-90322-25-0, 170 pag., 49,50.
Stichting IK stuurde het nieuwe boek over Jan
van Munster toe. Licht is de titel. Een zwart boek
in kloek formaat. Zwart is het kenmerk van deze
sobere meester. Zo is hij ook gekleed, net zoals
dat bij architecten een tijdlang in de mode was.
Het benadrukt datje bezig bent met diepe gron
den. Niet met het oppervlakkige. Tegen die zwarte
achtergrond creëert Van Munster zijn lichtobjec-
ten. Brainwaves sinds 1977, Plusminnen en IK'jes
vanaf halverwege de jaren tachtig. In allerlei for
maten komen ze voor en op heel verschillende,
soms onverwachte locaties. Dikwijls zijn ze uitge
voerd met neon of argon, want dat kleurt lekker.
In dat licht mag kleur immers wel. Het een kan
niet zonder het ander. Zonder zwart geen kleur.
Dat vind je ook terug in de sobere vormgeving
van het boek, verzorgd door de Duitse graficus
Sepp Bader. Elke taal heeft een andere kleurcode:
blauw voor Duits, rood voor Engels en zwart voor
Nederlands.
Van Munsters ontwikkeling wordt toegelicht
door de Duitse kunsthistoricus Peter Lodemeyer.
Een duidelijk herkenbare Duitse invloed in beeld
en taal dus. Dat is niet vreemd want Van Munster
is bij onze buren populair bij verzamelaars zowel
als galeriehouders. Het ligt daarom voor de hand
dat dit publiek gul bediend wordt.
Van Munster woont en werkt in Oost-Sou
burg, op het IK-eiland in en bij de voormalige
watertoren. Die stoere bakstenen toren is grappig
genoeg even oud als hij; beiden stammen uit
154
Boekbesprekingen