T
msm
iüip
ILSMf ptlulccilifiitltfpt eft GCuatic Drs Sattötfl ban ^cclanöt/lioc Datttt ten tn6? teas ató Of Boom-
CcMHÏMWfy-
JTAVENISSE
tuvot&nt
^X. p .A
Mciódürci}
SnWm»r
thft-ar
^H*(l*tntté
fcljoi Caiiinru /«Council ttftllrm <8rauc oan zeeInnDt/regnfrmDr roao tmr rent Dm 3««tr Dupfrnt/ruifeljonDmeft.rrc.ofr D.ur ontrent.
1 •tf&cDuicht Cljantoierpm op Die TombacrDe uetJe/foDen tmrrm ^aCcroiro/b? tup Jan oan ^fjeim. j 7
ËH4
Kaart van Zeeland, circa 1230, volgens Dye cronijcke van Zeelandt door Jan Reygersberch. Zeeuws Archief, Zelandia Illustrata I, 985.
uniek is 'onze provincie' in vergelijking met de
rest van de Nederlanden?
In een korte boekbespreking als deze is het
onmogelijk recht te doen aan de inhoud van dit
werk. Daarvoor staat er simpelweg te veel in en is
er in deze grote tijdspanne ook veel te veel
gebeurd. Het einde van het Romeinse Rijk, de
volksverhuizingen, de Vikingraids, de overstro
mingen, de bedijkingen, de opkomst en de groei
van de steden, de rol van de adel en de kerk, de
middelen van bestaan, de schriftcultuur, de
opkomende Reformatie; dit alles en nog veel meer
wordt uitgebreid uit de doeken gedaan.
Pas in de dertiende eeuw scheen het eigen
imago van de Zeeuwse bevolking voor het eerst
duidelijk naar buiten. De 'Zeeuwen' (waarschijn
lijk verband houdend met de Germaanse volks
naam Sueven) spraken een eigen dialect en wer
den beschreven als "groot van gestalte, sterk van
lichaam en dapper van geest, godsdienstig,
onderling vreedzaam en rustig, meestal vriende
lijk, nooit onaangenaam, behalve wanneer zij
gedwongen werden weerstand te bieden aan de
onbeschaamdheid van hun vijanden".
Wie denkt dat er in het hedendaagse Zeeland
nog maar weinig sporen uit de middeleeuwen te
zien zijn en dat dit tijdvak tot de voltooid verle
den tijd behoort, vergist zich. Het stratenplan van
veel dorpen en steden gaat tot de middeleeuwen
terug. Voor dijken, wegen en watergangen geldt
156
Boekbesprekingen