Zeeland 21.4 Zeeuwse zeelui in de woestijn. De dagboeken van Kees Oostmans en Arie Jacobse (1867-1869) Eva Abraham Het bericht van de dood van Alexandrine Tinne op 1 augustus 1869 haalde de voorpagina van The Times, maar ook de Zierikzeesche Nieuwsbode van 24 augustus plaatste een kort bericht in haar rubriek Gemengd Nieuws. De freule was bij Berd- joug, niet ver van de stad Ghat in het huidige Libië, door Touaregs vermoord. Dat tijdens de 'schermutselingen' ook Adriaan (Arie) Jacobse, een matroos uit Zierikzee was getroffen, met een lans doorboord, was toen nog niet bekend. Hij wilde zijn vriend Cornelis (Kees) Oostmans uit Oud-Vos- semeer, die als eerste was aangevallen, te hulp schieten. Uit reconstructie is gebleken dat het om een roofmoord ging. Een deel van het dagboek van Arie en het volledige dagboek, enkele brieven en een "klaat boektje" van Kees zijn bewaard gebleven. Het zijn teksten die een mooi beeld geven van het dagelijks leven tijdens twee expedities, het zelfbeeld van de reizigers en hun beeld van de ander(en). Kees en Arie waren in dienst van Alexandrine (Alexine) Tinne, een rijke freule uit Den Haag die in de jaren vijftig en zestig van de negentiende eeuw vier reizen door Afrika maakte. Landkaar ten van het 'zwarte werelddeel' vertoonden nog een aantal witte plekken, gebieden die door geen Europeaan waren betreden. Tal van mannen zet ten hun leven op het spel om daar als eerste aan te komen, een bepaalde streek te ontsluiten, er hun nationale vlag te planten en er hun naam aan te verbinden. Ook vrouwen voelden zich aange trokken door het avontuur. Vanuit het Verenigd Koninkrijk zwermde een keur van Victoriaanse lady travellers over de wereld uit. Alexandrine Tinne was de enige Nederlandse vrouw die verre en gevaarlijke reizen maakte. Dankzij haar for tuin en ongehuwd was ze van niemand afhanke lijk. De Meeuw Haar eerste twee reizen in Afrika had Alexine gemaakt in het gezelschap van haar moeder, Hen- riëtte van Capellen. Bij de tweede tocht, door Soedan, ging ook haar tante Addy, Adriana van Capellen, mee. Nadat beiden waren omgekomen, evenals twee uit Den Haag meegekomen kame niers, verbleef Alexine met het bonte gezelschap dat ze op haar reizen had verzameld, anderhalf jaar in de omgeving van Cairo, in een villa die eerder een harem had gehuisvest. Maar toen sloeg de reiskoorts weer toe en maakte zij een bootreis door het Middellandse-Zeegebied met een gehuurd stoomjacht, de Claymore. Alexine ergerde zich dermate aan het voor haar gezel schap te kleine schip dat ze besloot een groter te kopen dat ze naar haar eigen zin kon inrichten. Haar halfbroer in Engeland, John Tinne, kocht op het eiland Wight de Seagull die werd omgedoopt in de Meeuw, en haar oom Jules van Capellen in Den Haag, vice-admiraal ter zee, stelde een bemanning samen die grotendeels uit Zeeuwen bestond. Kees Oostmans en Arie Jacobse behoorden tot de mannen die op 1 mei 1866 in Rotterdam aanmonsterden. Een maand later gin gen ze, met oponthoud in Toulon en Marseille, op weg naar Algiers. Alexine was niet verrukt van de Meeuw. Kees schrijft over de eerste ontmoeting met zijn werk geefster, in Toulon: "Nauwelijks had haar Edele de voeten op het dek gezet of men hoorde haar kla gen dat het jacht klijn was en haar niet mede viel." Maar de impulsieve freule had intussen alweer een nieuw reisdoel en dat maakte de boot, volgens de kapitein "een echt product van Engelse knoeierij", overbodig. In 1864 was er in Parijs een boek uitgekomen van Henri Duveyrier, Les Touaregs du Nord. Dat bracht Tinne op het idee deze mysterieuze woes- tijnruiters te bezoeken. Haar volgende bestem ming was 'het land van de Touaregs', ten zuiden van Algerije. Adviezen om dit roekeloze plan op te geven, spoorden de freule aan om het juist wél te doen. Ze zette door en trof in Algiers de voor bereidingen van een expeditie door de Sahara naar de Fezzan, de zuidwestelijke regio van wat nu Libië is, een droog woestijngebied met oases en wadi's. Alexine leerde zelfs de taal van de Touaregs, het Tamashek. De zeilmaker vervaar- Zeeuwse zeelui in de woestijn 123

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2012 | | pagina 5