WÊÈfr,
Een valkenier. Uit: Elise Meier, Valkerij. Topsport in vogel
vlucht.
torische vereniging in Bremen. De artikelen gaan
over de oprichting van het historisch gezelschap
en over belangrijke gebeurtenissen in Bremen en
omgeving gedurende het bestaan van de vereni
ging. Uit verschillende stukken blijkt dat de
wetenschapper van nu het bestaan van het Derde
Rijk niet uit de weg gaat. Ook is er aandacht voor
de invloed van fundamentalistische groeperingen
die steeds groter schijnt te worden. Er is vervol
gens een artikel (H. Stubbe da Luz) over de
Franse tijd en de gevolgen van Napoleons macht
voor de Hanzesteden, waaronder Bremen.
De eerste aflevering van het Bremens oorkon-
denboek dateert van 1862; het is een van de
oudere oorkondenboeken van de steden in Noord-
Duitsland. Er is vele jaren door verschillende
archivarissen aan gewerkt, wat geresulteerd heeft
in zeven afleveringen, waarin oorkonden uit de
jaren 1434 tot en met 1447 zijn beschreven.
'Das St. Petri-Witwenhaus von 1536 in Bre
men, ein Zeichen christlicher Nachstenliebe' is
geschreven door L. Niehoff. Dit 'weduwenhuis' is
een van de oudste nog bestaande christelijke
instellingen in Bremen. De geschiedenis, de ver
anderende doelstelling in de loop van de jaren en
de eventuele toekomst van de instelling worden
behandeld.
Verder komen nog middeleeuwse altaarstuk
ken ter sprake, het kolossale Columbusstation in
Bremen, gastarbeiders en migranten in Bremen,
en nog heel veel meer.
Van het Rheinisches Landesmuseum Trier ont
ving het Zeeuws Genootschap een lijvig werk:
Gedenkschrift für Wolfgang Binsfeld. Binsfeld was
een van de bekendste provinciaal archeologen
van zijn tijd; een 'in memoriam' voor hem werd
verzorgd door J. Merten.
E. Ebermann schreef'Der Vogelfang (aucu-
pium), ein unikates Bildpunzenmotiv auf Trierer
reliefverzierten Terra-Sigillata-Bilderschüsseln'.
Tussen de versieringen op terra sigillata-kommen,
geproduceerd in de Trierer pottenbakkerijen
gedurende de tweede en derde eeuw, werd het
motief van een uil gebruikt door verschillende
pottenbakkers. De vogel wordt gekenmerkt door
bolvormige versieringen aan zijn poten. De com
binatie van twee keurmerken verbonden door een
met de hand getekende lijn op een schaal van de
pottenbakker MALIAAVS maakt duidelijk dat de
uil een lokvogel is, gezeten op een kussen op het
uiteinde van een staak en vastgebonden met een
touw. De afbeelding is nog niet eerder waargeno
men op terra sigillata, en het is pas het tweede
exemplaar van de jacht op vogels in de noorde
lijke Romeinse provincies. Er wordt gesuggereerd
dat gedurende een zeer lange periode continu
gebruik werd gemaakt van uilen in de jacht op
andere vogels.
Aanwinsten
27