Boekbesprekingen Paul Brusse, Wijnand Mijnhardt (red.), Geschiede nis van Zeeland Deel II 1550-1700, WBooks, Zwolle 2012, 340 blz., foto's, illustraties, kaarten. ISBN 978-90-40007-53-8. 29,95. Toen ik in 1975 vanuit Goes naar Amsterdam verhuisde om daar geschiedenis te gaan studeren, had ik het gevoel dat mijn medestudenten uit de Randstad een beetje op me neerkeken. Zeeland zagen zij als een provincie die in veel opzichten was achtergebleven, in de geschiedenis slechts een marginale rol had gespeeld en waarvan de inwoners - merendeels dorpelingen - slechts met grote moeite het hoofd boven water hadden weten te houden. Mensen die zich nog steeds door dergelijke vooroordelen laten leiden, doen er goed aan het tweede deel van de Geschiedenis van Zeeland te lezen. Want als er uit dit boek iets duidelijk wordt, is het wel dat Zeeland in de periode tussen 1550 en 1700 een vooraanstaande plaats in de Nederlanden innam en de bevolking alle reden had om zelfbewust te zijn. Halverwege de zestiende eeuw stond Zeeland er volgens redacteur en schrijver Wijnand Mijn- hardt in vrijwel alle opzichten goed voor: een bloeiende agrarische sector, een sterke positie van de stad (bijna de helft van de bevolking woonde in steden!), een centrale ligging in het immense rijk van de Habsburgse vorst Karei V en een uit stekende ligging aan tal van belangrijke handels wegen. De vraag hoe Zeeland gebruik maakte van deze voordelige uitgangspositie is de rode lijn in het verhaal. In vergelijking met het eerste deel van de Geschiedenis van Zeeland, waarin de ontwikke lingen binnen een enorme tijdspanne (prehistorie, oudheid en middeleeuwen) worden behandeld, beperkt de aandacht zich hier tot een relatief korte periode van honderdvijftig jaar, en dat maakt het werk niet alleen compacter maar ook een stuk overzichtelijker dan het eerste deel. De coherentie van het verhaal wordt verder bevor derd door de keuze voor een centrale vraagstel ling. Het feit dat één auteur, Piet van Cruynin- Portret van de Middelburgse Janneken de Looper (1616-1665). Olieverf op paneel, 1627. Zeeuws Museum, M80-49. Foto: Ivo Wennekes, Middelburg. gen, verantwoordelijk is voor een drietal hoofdstukken (landschap, economie, bevolking en sociale verhoudingen) die samen goed zijn voor de helft van het boek, zal eveneens hebben bijgedragen aan de goede samenhang die van een overzichtswerk van dit niveau mag worden ver wacht. In het eerste hoofdstuk gaat Van Cruyningen uitgebreid in op de strijd tegen het water in de zestiende eeuw. Niet alleen de tot de verbeelding sprekende stormvloeden komen aan de orde, maar ook de strijd tegen het binnenwater krijgt de nodige aandacht. In de periode tussen 1550 en 1700 werd meer dan 51.000 hectare land op de zee gewonnen en dat was ongeveer 30 procent van de oppervlakte van de huidige provincie. Ondanks de enorme risico's die aan de inpolde ringen waren verbonden was er geen gebrek aan kapitaal. De bedijkingen in de zeventiende eeuw Boekbesprekingen 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2013 | | pagina 35