Ook Jacobusse heeft zijn voorkeuren. De Yerseke Moer komt vaak aan bod in het boek; september is er voor een groot deel aan gewijd. Dat zijn per soonlijke voorkeuren en daar is niets mis mee. Als ik het boek had geschreven was waarschijn lijk een groter deel voor de bloemdijken inge ruimd. Maar ook dat is een persoonlijke voorkeur, tot stand gekomen door herinneringen aanjeugd- bonds-zomerkampen in Zeeuws-Vlaanderen met lome zomermiddagen in de zon op een zuidhel ling, en aan excursies naar Zeeland in mijn stu dententijd. Nederland kent sinds het begin van de twin tigste eeuw een aantal schrijvers over en popula- risators van de natuur: (zonder volledig te zijn) Jac. P. Thijsse (de Verkadealbums), Jan P. Strijbos, A.B. Wigman en dominee De Stoppelaar (o.a. tijd schrift De Wandelaar in Weer en Wind en de vier boeken die ik in het begin noemde), Rinke Tol man en Rein Stuurman (de Kanis ft Gunnink- albums), Fop 1. Brouwer en Bert Garthoff (VARA's 'Weer of geen weer'). Chiel Jacobusse past moei teloos in dit rijtje. Een aanrader dit boek, de prijs kan nauwelijks een bezwaar zijn. Ad Huiskes Voor zilver en Zeeuws belang. De rampzalige Zuid- zee-expeditie van de Middelburgse Commercie Compagnie, 1724-1727, bezorgd en ingeleid door Ruud Paesie. Werken van de Linschoten Vereeni- ging CXI, Walburg Pers, Zutphen 2012, 239 pag. ill., krt., grav., tek.; ISBN 978-90-5730-845-2, 29,50. Roelof van Gelder, Naar het aards paradijs. Het rusteloze leven van Jacob Roggeveen, ontdekker van Paaseiland (1659-1729), Balans, Amsterdam 2012, 335 pag.; ill., foto's, krt., tek., grav.; ISBN 978-94-6003-573-9, 29,95. In het najaar van 2012 verscheen een tweetal publicaties die thematisch een grote samenhang hebben. Het ene boek is een biografie die aan Jacob Roggeveen is gewijd, het andere een bron nenuitgave, uitgegeven door de Linschoten Ver- eeniging en bezorgd en ingeleid door Ruud Pae sie. Deze behandelt de rampzalig verlopen Zuidzee-expeditie van de Middelburgsche Com mercie Compagnie in de jaren 1724-1727. Deze werd kort na Roggeveens tocht (1721-1723) onder nomen maar had een heel ander doel: het openen van de (smokkel)handel op de Spaanse gebieden aan de westkust van Zuid-Amerika. Roggeveens tocht diende om het onbekende Zuidland te ont dekken. Dat bestond toen niet en nu niet en beide expedities bezorgden de WIC en MCC een grote financiële strop. Paesie schetst in de grote inleiding de geschiedenis van de MCC en de rol van Middel burg als handelsstad aan het begin van de acht tiende eeuw. Dat zal niet voor elke lezer nodig zijn, maar mag in een dergelijke uitgave natuur lijk niet ontbreken. Tevens wordt beknopt het ver loop van de reis van de MCC-schepen en een Amsterdamse expeditie die tegelijk werd opgezet, uitgelegd. Daarna volgt een verantwoording op het reisjournaal van het MCC-schip de Don Louis. De MCC-expeditie was op 14 augustus 1724 aan vankelijk met drie schepen van start gegaan. Na moeilijkheden bij Kaap Hoorn zeilden de Patache el Mercurio en de Don Carlos terug naar Rio de Janeiro waar ze in beslag werden genomen door de Portugezen en naar Portugal werden opge bracht. Er zijn twee dagregisters overgeleverd van de reis van het derde schip, de Don Louis. Het eerste, bijgehouden door de secretaris, eindigt op 31 december 1725 met de inbeslagname van het schip in Callao (Peru). Het tweede is van derde waak Kempe en is op basis van aantekeningen na terugkomst in Middelburg opgetekend. Omdat het doorloopt tot de aankomst in Middelburg is ervoor gekozen voor het lilde deel in de reeks Werken dit dagregister te gebruiken, dat vooral een beschrijving van gebeurtenissen is en van 1724 tot 1727 loopt. Het register neemt een kleine 150 pagina's in beslag. Paesie heeft dit minutieus bewerkt. Zo is achterin een glossarium opgeno- Boekbesprekingen 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2013 | | pagina 43