ipHEBHi schijnlijk een bohémien want een echte woon plaats lijkt hij niet gehad te hebben. Na de troebelen van 1704 in Middelburg vertrok Jacob in 1707 naar Indië als Raad van Justitie van de VOC in Batavia. Daar kreeg hij het door zijn rechtzinnige, tegen corruptie gericht beleid al snel met velen aan de stok. In 1714 keerde hij terug en begon hij meteen met de uitgave van allerlei hattemistische geschriften. Hierop wist de classis Walcheren te bewerkstelligen dat hij niet meer in Middelburg mocht komen. Van Gelder noemt als reden voor het oppakken van het oude expeditieplan door Roggeveen diens verbanning, maar ook het feit dat hij niet als commandeur van de VOC-retourvloot werd benoemd. Hij zal eerzuchtig zijn geweest om in navolging van Wil liam Dampier en Woodes Rogers ook een grote ontdekker van de Zuidelijke Oceaan te worden. Ook een hattemistisch ideëel doel moet niet wor den uitgesloten, maar we zullen dit nooit weten. Roggeveen was door zijn functie bij de VOC inmiddels een bemiddeld man en vond bij de WIC gehoor voor de uitrusting van een expeditie naar het Zuidland, waar hij alleen Paaseiland als onbekende vlek op de kaart aantrof. Roggeveen zelf zag zijn ontdekking van Paaseiland niet als zodanig en had graag de oostkust van Nieuw- Zeeland verder ontdekt, zoals Cook vele jaren later zou doen. Tegenstemmen, muiterij en voed seltekort noopten hem via Batavia terug te reizen, waar zoals verwacht de VOC beslag liet leggen op de schepen. Na zijn terugkeer in 1728 woonde Roggeveen weer in Middelburg, al werden zijn hattemistische geschriften nog steeds nauwlet tend door de classis gevolgd. Daar overleed hij op 31 januari 1729. Voor zilver en Zeeuws belang is een met veel toewijding bezorgde bronnenuitgave en Naar het aards paradijs een vlot en prettig geschreven bio grafie die compositorisch goed in elkaar zit; het is aan de liefhebber waar de voorkeur naar uit gaat. Johan Francke Moensiana nummer 9, december 2012, uitgave van de Stichting Petronella Moens (Nijmegen 2012), 10 pp. Geen ISSN. Geen prijs. Te downloaden via www.petronella-moens.nl. "Neen dierbaar Vaderland uw heilstaat is volko men Van pool tot pool zwiert weer uw vlag in top en stromen De golven bruischen weer hun feestlied langs uw strand 't Gejuich des havens doet weer stad en dorp weergalmen Uw kunst min bloeit omschaduwd van gouden korenhal men. Welk uitzicht - Neêrlands God! De lier ontzinkt mijn hart." Deze regels schreef de blinde schrijfster en activiste Petronella Moens (1762-1843) in haar gedicht Bij de Verlossing van mijn dierbaar Vaderland. Het herstel van de Nederlandse onaf hankelijkheid in 1813 is niet het enige heuglijke feit dat tweehonderd jaar later wordt gevierd: in 2013 is het ook nog eens 150 jaar geleden dat de slavernij werd afgeschaft, en drie eeuwen geleden dat de Vrede van Utrecht werd getekend. Hoe krijgt de in 2000 opgerichte 'fanclub' van toch niet een der bekendste Nederlandse histori sche figuren nu al voor de negende keer een (online)magazine vol? In de eerste plaats is dat aan het (bij verschijning) aanstaande jubileum jaar te danken. Niet alleen bejubelde de in Aar denburg opgegroeide Moens haar vaderland uit gebreid (het bovenstaande is slechts een klein citaat), maar ook sprak zij zich al vroeg tegen de slavernij uit en - voor haar tijd zeer opvallend en expliciet - voor de gelijkberechtiging van vrou wen en voor democratie: "Aan den vrouwelyken boezem worden de zonen der Vryheid opgevoed. In onze armen vindt de Krygsheld zijn glorie, en de Staatsman voelt zich de vermoeiendste zorg door onze lippen wegkusschen. Met recht dan, roem ik ons lot, laaten vry de mannen alleen hun stemmen uitbrengen tot het verkiezen van Verte genwoordigers. De waarde van hunne keus, wordt door ons beslist." (Uit: tijdschrift Menschen- vriend, 1796) Moens figureert dan ook in het dit jaar ver schenen naslagwerk 1001 Vrouwen uit de Neder- Boekbesprekingen 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2013 | | pagina 45