en de uitstekende kokers hoger en lager zouden
kunnen vliegen. Je verbeelding komt er door op
gang. Het aardige is nu dat het beeld wel degelijk
echt beweegbaar is: als je ertegen duwt, veert
het. Tegenover de vlakke, eenlaagse bebouwing
van het zwembad staat nu een volkomen tegenge-
helft van de twintigste eeuw ziet zijn werkzaam
heden als functie van de maatschappij. Hij zou
willen dat men hem betrok bij de aanleg van ver
keerspleinen, bij de lay-out van vliegvelden, bij
de tracering van snelwegen en het arrangement
van havens en kinderspeelplaatsen. Aangezien de
Ir.ottenbad
Jan Goossen, East Jesus County Revisited 1975, roestvast staal, hoogte ca. 3,7 meter. Ir. Ottenbad, Eindhoven. Foto Yvette Lardinois.
steld object, dat hoewel gewichtig en formeel, een
en al dynamiek uitstraalt, die wonderwel past bij
de functie van en een logisch gevolg is van eer
dere studies naar de invloed van de zwaarte
kracht op stalen rechthoekige palen in de meest
abstracte lichamen die we in ons land bouwen:
dijken.
Beljon staat osmose voor ogen van beeld
houwwerk en gebouw. Daartoe moeten vooral de
beeldhouwers veranderen. Architecten zijn in
Beljons opvatting al zo ver. Beeldhouwers zijn na
de eerste aanzet van Brancusi in Parijs gestopt
met vernieuwen en lopen daardoor nu achter op
de maatschappelijke feiten. Hun werk is anachro
nistisch geworden. Het is niet langer functioneel,
maar slechts decoratief en dus heeft niemand er
meer behoefte aan. Op pagina 87 schrijft hij: "De
van zijn tijd bewuste beeldhouwer van de tweede
maatschappij deze wens tot dusverre niet inwil
ligde, leeft de beeldhouwer teruggeworpen op de
essentialia van zijn metier, op de brute materie
ervan; op de kuilen, de bobbels en de gaten. Hij
verricht research in de mijnschachten van zijn
kunst, daar waar die kunst enkel nog een ruimte
lijke relatie is, lapidaire spatiale constructie. Het
is op die diepte dat de ontmoeting plaatsvindt
tussen hem en zijn broeder, de architect. Een
ondergrondse ontmoeting, voorlopig, maar toch
een die vol belofte steekt."
Van overdreven futurisme kan niemand Bel
jon betichten. Twintig jaar na publicatie van zijn
boek wemelt het in ons land van kunstzinnige
objecten langs de snelwegen, bij bruggen, viaduc
ten, klaverbladen en vliegvelden (zij het vooral
binnenshuis), op stadspleinen en bij treinstations.
In iedere kantoortuin pronkt men met hoge
48
Jan Goossen