Het Zeeuws en de Zeeuwen Lo van Driel In een vorig nummer van Zeeland (21.4) besprak Albert Kort met grote waardering het eerste deel van de Geschiedenis van Zeeland, dat onder eind redactie van Peter Henderikx in 2012 verscheen. In de bespreking refereert de recensent aan de bete kenis van de naam voor de bewoners van dit gewest, de Zeeuwen en hun taal, het Zeeuws, in plaats van Zeelanders en Zeelands. In een intrige rende passage over de Zeeuwse bevolking klinkt dat zo: "Pas in de dertiende eeuw scheen het eigen imago van de Zeeuwse bevolking voor het eerst duidelijk naar buiten. De 'Zeeuwen' (waarschijnlijk verband houdend met de Germaanse volksnaam Sueven) spraken een eigen dialect en werden beschreven als 'groot van gestalte, sterk van lichaam en dapper van geest, godsdienstig, onder ling vreedzaam en rustig, meestal vriendelijk, nooit onaangenaam, behalve wanneer zij gedwongen werden weerstand te bieden aan de onbeschaamd heid van hun vijanden'." Dat is niet niks, en er moet veel veranderd zijn met dat volkje in de eeu wen tot J.C. van Schagen met de figuur van de Geerse's het prototype van de volgzame, onderda nige Zeeuwse, althans Walcherse agrariër schetste. Bij (of ondanks) de opmerking over het dertiende- eeuwse 'eigen imago' van de Zeeuwse bevolking wordt in de geciteerde passage terloops een ver band gelegd tussen de Germaanse stam Sueven (uit de Romeinse en post-Romeinse periode) en de naam voor de bewoners van dit gewest en hun taal. Die relatie met de Sueven (Latijnse Suebi, Suevi) kwam ik ook nog op enkele andere plaatsen tegen. Zo hoorde ik, naar ik meen op Omroep Zee land, iemand verkondigen dat Zeeuws de taal van de Sueven was. Enkele andere regionale media ble ven niet achter. Ook in een huis-aan-huisblad stond het, weliswaar verborgen in een soort column, maar toch zonder enige terughoudendheid of toelichting: de naam Zeeuwen komt van de Sue ven, hun taal was Zeeuws of zoiets, een naam die eveneens afgeleid wordt van deze Germaanse stam. Inderdaad kan men in het eerste deel van de pro vinciegeschiedenis lezen over de komst van de Sueven in deze contreien. Daar wordt eveneens de naam Zeeuwen voor de bewoners van Zeeland en hun dialect of taal Zeeuws etymologisch in verband gebracht met de Sueven. De bewuste, tamelijk omzichtig geformuleerde passage (blz. 65) luidt: "De Sueven kunnen zich in de volksver- huizingstijd, grofweg rond 500, gevestigd hebben op en direct achter de Oude Duinen aan weerszij den van de mond van de (Ooster-)Schelde. Zelfs is het, zoals Gysseling op taalkundige gronden stelde, goed mogelijk dat de woorden 'Zeeuw' en 'Zeeuws' op enigerlei wijze verband houden met de volksnaam Sueven." In een voetnoot hierbij wordt naar literatuur verwezen. Vrijwel alle daar genoemde publicaties geven enige informatie over de Sueven. Op twee daar genoemde publica ties van Gysseling is de uitspraak over "de taal kundige gronden" van de verwantschap tussen het woord Sueven en Zeeuwen gebaseerd. De vraag is of de naamkundige relatie die Gysseling legde overtuigend genoeg is om een plaats in de provinciegeschiedenis te rechtvaardi gen. Had een eenvoudige verklaring niet meer voor de hand gelegen? In de volgende paragraaf wordt eerst enige informatie gegeven over die Sueven. Vervolgens komt aan de orde op grond waarvan in de provin ciegeschiedenis de Sueven als de naamgevers van de Zeeuwen zouden kunnen worden beschouwd. Dit zijn relatief technische paragrafen, waarna de alternatieve interpretatie wordt weergegeven. De Sueven Omstreeks 275 kwamen verschillende "Germaan se, als Franken aangeduide stammen" de door de Romeinen beheerste samenleving in onze lage landen ontwrichten. Daardoor werden de Romei nen gedwongen de limesde grens langs de Neder-Rijn, op te geven. Als gevolg hiervan trok ken de bewoners uit de grensstreek naar het zui den, zo ook de meeste bewoners uit het tegen woordige Zeeland. Door overstroming en ver- natting van het veenland achter de duinen raakte het mondingsgebied van de Schelde nagenoeg ontvolkt. Zo ook de Hollandse kuststreek. 58 Het Zeeuws en de Zeeuwen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2013 | | pagina 20