trok de markt weer aan. In 1927 werd de situatie in de vlashandel zelfs weer gunstig genoemd. Om een eventuele nieuwe crisis beter het hoofd te kunnen bieden, werden er in Sint Jansteen en Koewacht vlassersverenigingen opgericht. De heide verenigingen hadden een duidelijk katho lieke signatuur. Door onderlinge samenwerking dacht men de gemeenschappelijke belangen ten overstaan van de plaatselijke overheid beter te kunnen behartigen. Voorheelden van die gemeen schappelijke belangen waren de bestrijding van de werkloosheid, goedkopere energievoorziening dan die van de PZEM, en verbetering van de infrastructuur. Onderlinge verdeeldheid leidde er echter toe dat de twee verenigingen weinig suc cesvol waren in de verwerkelijking van hun gezamenlijk streven. Tegen de crisis van de jaren dertig was ook geen kruid gewassen. De prijs voor linnengarens daalde tot een desastreus laag niveau. Daarbij kwam nog een uitzonderlijk goede oogstop brengst van 1929/'30, zodat grote voorraden vlas zich ophoopten in de schuren van de vlassers (opkopers) en de vlastelers. Een verdere prijsda ling was het onvermijdelijke gevolg. In 1933 zette - als gevolg van een steunmaatregel van de cen trale overheid - een aarzelend herstel in. Het werkelijke keerpunt kwam in 1934, toen de vlas import uit Rusland stagneerde en in de daarop volgende jaren zelfs geheel stil kwam te liggen. In 1936 was de vlasproductie terug op het niveau van voor de mondiale crisis; in 1937 trok de over heid haar steunmaatregel voor de vlasnijverheid in.21 De opleving in de vlasnijverheid bleef uiter aard niet beperkt tot de Zeeuws-Vlaamse regio. Ook in Belgisch Vlaanderen profiteerde men van de nieuwe hausse. In de Leiestreek werden tal van innovaties in het productieproces doorgevoerd (o.a. het warmwaterroten). De Zeeuws-Vlaamse vlasverwerkers konden niet achterblijven. De kleine, zelfstandige ondernemers beschikten ech ter over te weinig kapitaal om de nodige investe ringen te financieren. De eerder genoemde vlas sersverenigingen zagen echter een mogelijkheid om die problemen op te lossen. Reeds in een eer der stadium was de - met name in rooms-katho- lieke kring populaire - idee van coöperatie geop perd. In Koewacht kreeg die idee in 1938 concreet gestalte in de vorm van een coöperatieve warm- waterroterij. In 1940 werd op het terrein van die zelfde roterij een coöperatieve zwingelturhine in werking gesteld. Beide coöperaties werden geëx ploiteerd met behulp van de vlasverbouwers, die Vlas maaien in Kamperland, 2006. Zeeuwse Bibliotheek/Beeldbank Zeeland, recordnr. 113193. Foto J. Wolterbeek. Vlas in Zeeland 91

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2013 | | pagina 11