waarin er op het platteland nog geen elektrici
teitsvoorziening was, werden er speciale orgel
draaiers geworven die elkaar aflosten en om
beurten draaiden en boeken legden. In de hete
zomermaanden was dat draaien zeer zwaar werk;
de draaiers leverden topprestaties, waarbij het
zweet van hun voorhoofd droop. Om een dans-
orgel in gang te houden was heel wat spierkracht
en uithoudingsvermogen nodig. Er moest stevig
worden gedraaid aan het gietijzeren wiel van
ongeveer 75 centimeter doorsnee, en het moest
ook nog allemaal op de maat gebeuren.
De orgelverhuurders bleven bij de tijd. Telkens
wanneer er een nieuw snufje werd geïntrodu
ceerd, wilde iedereen het zo gauw mogelijk op
zijn dansorgel toepassen. De concurrentie was
hevig.
Hieronder zullen we de geschiedenis van het
dansorgel in een aantal, hoofdzakelijk Zeeuws-
Vlaamse, steden en dorpen onder de loep nemen.
Breskens
Rond 1920 kwam een zekere J. de Witte naar
Breskens en kocht daar een café in de Eerste
Zandstraat. In 1923 liet hij achter het café een
danszaal met podium bouwen, waar hij een
92-toets Mortier-dansorgel plaatste (het aantal
toetsen staat voor de grootte van het orgel). Het
was een imposant orgel voor die tijd. De Witte
was muzikaal en speelde trompet in de plaatse
lijke harmonie. Hij liet voor zijn orgel een serie
muziekboeken maken, met bekende marsen. Men
sen uit de wijde omtrek, uit België en zelfs uit
Frankrijk, kwamen naar Breskens om te luisteren
naar de marsen die door het orgel werden
gespeeld. De Witte speelde dan meestal zelf mee
op zijn trompet. Omdat hij echter zwaar werd
tegengewerkt door een plaatselijk kerkgenoot
schap, vertrok De Witte rond 1932 naar België.
Het café met de danszaal verkocht hij aan Frans
Monjé (Frans de Draaier) en het Mortierorgel aan
orgelexploitant Jaap Smoor uit Breskens.
Frans Monjé wilde in zijn café-danszaal aan
de Eerste Zandstraat toch weer een orgel hebben.
Hij kocht een tweedehands 92-toets Mortierorgel
in België, dat hij ook verhuurde. In 1940 werd dit
orgel door de Duitse bezetters gevorderd, die het
bij Breskens in een groene, houten legerbarak
plaatsten ten behoeve van het amusement van de
AVÏ0U C PA
Dansorgel van de Parijse orgelfabrikant Gavioli, tijdens de kermis opgesteld in een danstent bij het café van de familie Janse in
Schoondijke, circa 1910. Archief Tom Meijer.
104
Dansorgels