Alweer Zeeuwen Daar had ik in mijn inleiding in het maartnum mer nog zo gezegd dat ons tijdschrift niet geschikt is voor polemieken, vanwege de lage verschijningsfrequentie, en nu hebben we er alweer één. Over Zeeuwen, of Sueven, of Zeelan ders. Dit naar aanleiding van het artikel in het juninummer van de hand van Lo van Driel, over de Zeeuwen en het Zeeuws. Hij noemt daarin de naam van Peter Henderikx, eindredacteur van de Geschiedenis van Zeeland. En die kan dat natuur lijk niet zomaar laten passeren. Vandaar van zijn hand een repliek over Zeeuwen of Zeelanders met vervolgens een korte dupliek van Van Driel. En dan sluiten we de discussie. En dat is jammer voor die lezers die ook wel mee zouden willen discussiëren. We voelen dat ook als redactie als een gemis. Maar ja, de ver schijningsfrequentie... We denken een oplossing gevonden te hebben. Het bestuur van het Genootschap heeft toegezegd dat er een sectie op de website komt, gewijd aan het tijdschrift. Daar kan dan ondersteunende informatie van tijdschriftartikelen op verschij nen, bijvoorbeeld notenapparaten die te lang zijn of extra literatuurverwijzingen. Veel wetenschap pelijke tijdschriften werken momenteel al met websites waarop supporting information te vinden is. Toegegeven, dat is voor een deel ook tot stand gekomen om fraude tegen te gaan, door de auteur te verplichten de basisgegevens te publiceren, maar het is tevens een mogelijkheid om de gedrukte tekst niet nodeloos uitgebreid te maken. Zo'n sectie op de Genootschapswebsite kan natuurlijk tevens een forumfunctie hebben. Daarin kan naar hartenlust gediscussieerd wor den over de inhoud van het tijdschrift. En dat hoeft dan ook niet beknot te worden, zoals nu gebeurt. We hopen dit spoedig in samenwerking met de webmaster van het Genootschap te kun nen realiseren; het geld ervoor blijkt aanwezig. Verder in dit nummer een artikel over vlas van de hand van Willem van den Broeke. Bij vlas denk ik aan een bezoek van een Oost-Duitse (het was in de jaren tachtig van de vorige eeuw) col lega. Ik nam hem mee op een tocht door, onder andere, Zeeuws-Vlaanderen en op een gegeven moment staat hij vanonder zijn regenjas een veld met bloeiend vlas te fotograferen, bang dat hij in overtreding was als hij vlas fotografeerde! Het artikel vertelt veel, zo niet alles, over vlas en vlasteelt. Een bijzonder artikel is dat van Tom Meijer: over dansorgels in Zeeland. Dansorgels associeer ik niet direct met Zeeland. Ook niet met Kampen, waar ik vandaan kom, eveneens een stevig onderdeel van de Biblebelt. In Zeeland werden ze dan ook voornamelijk aangetroffen in Zeeuws- Vlaanderen. In dit nummer vier recensies. Eric-Jan Wete- rings bespreekt de Zeeuwse vrouwen in 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis en vraagt zich af waarom Mathilde Willink erin voorkomt. Ik durf te wedden dat Mathilde Willink een bekendere Zeeuwse is bij het grote publiek dan bijvoorbeeld Betje Wolff. Dan een recensie van Johan de Koning over een 'inspiratiebox', Krot of Kans genaamd, over de mogelijkheden van en voor leegstaande en leegkomende wonin gen. De recensie nodigt zonder meer uit om deze box aan te schaffen. De twee andere recensies zijn minder lovend, over de boeken De Staats- Spaanse Linies. Monumenten van conflict en cul tuur en Bier. Een oriënterende studie naar de lokale dimensie van een volksdrank in Westelijk Zeeuws-Vlaanderen. Maar dat moet ook kunnen. De Aanwinsten zijn weer een genot om te lezen. Vooral het stukje over de feesten van Sint Jan had mijn interesse. Ik heb nog, toen al stok oude, tantes gekend die nog steeds Sint Jan en bijvoorbeeld Sint Jaopik (Sint Jacob) als datum aanduidingen gebruikten. Maar misschien liep mijn familie wel een beetje achter (mijn vader kocht ook ieder jaar de Enkhuizer Almanak). Ik wens u veel leesplezier. Ad Huiskes Introductie 83

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2013 | | pagina 3