het ingewikkelde bewerkingsproces van ruw vlas
(repelen, roten, braken, zwingelen en hekelen)
zijn eveneens diverse uitdrukkingen ontleend.
"Over de hekel halen" is daarvan wellicht de
meest bekende.
De belangstelling voor de vlascultuur in z'n
totaliteit kon overigens zowel in positieve als in
negatieve zin gestalte krijgen. Voor poëtisch
ingestelde personen vormde de vlasteelt aanlei
ding tot lyrische beschouwingen over de vlas
bloem en de vlasoogst.4 Voor de arbeiders in de
vlasteelt daarentegen was diezelfde cultuur reden
tot veel geklaag over de moeilijke werkomstan
digheden.5
Bij de boeren stond de vlasteelt in hoog aan
zien. Niet alleen in Zeeland; Stijn Streuvels
bracht hun waardering voor de teelt van dit han
delsgewas ooit treffend onder woorden in zijn
bekende boek De Vlaschaard: "De vlasteelt staat
in hoogste aanzien als de edelste en fijnste vrucht
die een landbouwer kan opdoen. Het gelukken
van 't vlas maakt het boerenjaar voordelig, en tij
dens de vrucht te velde staat, tot lang nadat ze
geborgen of geleverd is, maakt ze de vermaard
heid uit van elke boer. Want naar zijn vlaskweek
wordt hij vernoemd en komt hij in ere bij zijn
dorpsgenoten."6
Het hoge aanzien dat de vlasverbouw onder
de boeren geniet, vindt zijn oorsprong in de vak
kennis die - naast uiteraard de gunstige weers-
Klein vlaswoordenboek
Repelen: het vlas ontdoen van de zaadbollen,
zodat alleen de stengels overblijven.
(Dauw-)roten: door het vlas op het veld te
laten liggen lost de in het vlas aanwezige
kleefstof (pectine) op en komen de vezels los
van de bast. Roten in stromend water levert
een betere kwaliteit vlas op. Met name het
water van de rivier de Leie was daar geschikt
voor.
Braken: het breken van de houten stengel waar
de vezels omheen liggen.
Zwingelen: het definitief verwijderen van de
houtdelen, zodat slechts de vezels resteren.
Hekelen: de lange vezels worden tot een lint
gekamd, de grondstof voor de vlasspinnerij.
omstandigheden - nodig is om de teelt tot een
succes te maken. Voor de vlasteelt wordt - bij
voorkeur op lichte, vochthoudende klei- en zavel
gronden - een fijn, ondiep losgemaakt zaaibed
klaargemaakt door intensief te eggen, te slepen
en te rollen. Het zaad moet niet dieper dan twee
centimeter worden ingebracht, breedwerpig of op
rijen gezaaid. Met de hand werd gezaaid tussen
duim en wijsvinger, omdat anders te veel zaad
werd verbruikt. In sommige streken werd gebruik
gemaakt van de zogenoemde zaaiviool. De zaai
tijd was liefst zo vroeg mogelijk: maart/april.7
Een oude boerenwijsheid luidde; "Vlas moet rond
de honderdste dag van het jaar gezaaid worden
om omstreeks de tweehonderdste te kunnen wor
den geoogst."8
Ver terug in de geschiedenis
Uit oude keuren (verordeningen vanwege de ste
delijke overheid) blijkt dat vlas in Zeeland reeds
in de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd
gezien werd als een belangrijk handelsgewas.9 De
vlasteelt verschafte vele handen werk. De vlasbe
werking was aan strikte regels van de (lokale)
overheid onderworpen. Zo vaardigde het stadsbe
stuur van Zierikzee in 1592 een verordening uit
onder de titel 'Keur op het bewaren van vlas'.
Daarin werd verordonneerd dat niemand onbe
werkt vlas in huizen, op zolders of in kelders
mocht opslaan. Ruw vlas mocht slechts opgesla
gen worden in schuren of pakhuizen waar geen
vuur of licht brandde. De stedelijke overheden
waren zeer beducht voor brand. "Om [dat] perikel
te ontgaan" was het alleen toegestaan vlas op te
slaan op het platteland.10
In de zeventiende eeuw vond de vlashandel -
evenals de handel in granen - voornamelijk
plaats op Zeeuwse markten (bijvoorbeeld de vlas-
markt te Middelburg). In de daarop volgende
periode werd het Zeeuwse vlas meer en meer via
Rotterdam en Dordrecht verkocht. De handel -
ook die naar het buitenland - vond plaats op
monster. Rotterdamse handelaren kochten het
vlas ook op bij de vlasboeren thuis.
In de loop van de achttiende eeuw verschoof
de vlasteelt van de zandgronden naar de zeeklei
gronden. De Zeeuwse bodem bleek bij uitstek
geschikt voor de verbouw van vlas en het zachte
zeeklimaat bevorderde de groei van het gewas.
Verder stimuleerde de nabijgelegen afzetmarkt in
86
Vlas in Zeeland