JgÜ Restant van het grafmonument van Cornelis de Perponcher- Sedlnitsky in de kerk die midden negentiende eeuw de vijf- tiende-eeuwse kerk verving. Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. seis in de hand, de alles vernielende tijd verbeel dende." Hekpijlers herinneren tegenwoordig nog aan kasteel Barbestein, het slot zelf werd begin twin tigste eeuw afgebroken. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd er op het terrein van het kasteel een rooms-katholieke kerk gebouwd. De genoemde heer Hurgronje, Isaak, stierf driejaar na het bezoek van Hovius en zijn reisgenoten. Watervliet was hetzelfde lot beschoren. In 1793 werd dit waarschijnlijk laat-middeleeuwse huis afgebroken om enkele jaren later vervangen te worden door de buitenplaats Landlust. Het genoemde grafmonument van mr. Cornelis de Perponcher-Sedlnitsky (1733-1776), raadsheer van het Hof van Zeeland en het Hof van Holland, bevindt zich nu in de kerk die midden negen tiende eeuw de vijftiende-eeuwse kerk die Semper Idem bezocht, verving. Veere Via 's-Heer Arendskerke, waarover Framjois zeer te spreken was, Wissekerke en 's-Heer Hendriks kinderen keerde het gezelschap terug naar Goes. "10 over 4 kwamen wij weder aan 't jacht en verlieten het aangenaame Zuidbeveland, dat van al de Zeeuwse eilanden het vrugtbaarste is, en meest beroemt door deszelfs goudgeel graan. Men vind er ook veel rogge, paardenboonen meekrap, koolzaad, aardappelen, enz., maar weinig wei land, dat meest [sic] vrugt en andere hoornen beplant is. Voortz zijn de weelige zaailanden met hoornen en klijne bossen doorsneeden, dat een aldervermaaklijkst gezigt uitmaakt. Veele der landlieden zijn zeer welgestelde lieden. Wij kwa men er op weg verscheiden tegen, die op opene wagens, met een linnehuif overdekt, een tourtje reeden, hetgeen men aldaar speelrijden noemt. Men rijd zelfs uit het midden van 't eiland telkens over dijken, die zeer wel onderhouden zijn, egter vind men nergens tolhekken. De paarden zijn alle extra schoon en vet, en meest van een vaale of bruinagtige couleur. "Van Goes vertrekkende namen wij weder den loods of visscher van den voorige dag meede om ons naar Veere te brengen, die zulks voor 1 Vi rijksdaalder had aangenoomen. Wij zeilden de haven uit en kwamen eerst in de Puie, daarna in de Schengen tusschen Wolfertsdijk dat wij ter regter, en Zuidbeveland dat wij ter linker zagen, en eindelijk in 't Sloe. "De wind begon hoe langer hoe meer aan 't leggen te gaan zoo dat men moest boomen en HP ff Campveerse toren te Veere. Tekening door C. Pronk, 1743. Zeeuws Archief, Zelandia Illustrata, 11-1031. 138 Reisverslag

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2013 | | pagina 18