Fragment van een ode (Eind van een ode, uiteraard)
Aeh Fernando,
datje altijd maar je ogen moet drogen,
je dagen moet tellen
voor het oker van oktober -
dat het zwart van het avondland,
van de uren die voor altijd duren,
niet langer als loodzware zijde om je schouders ligt.
Natuurlijk,
de Taag is mooier dan de rivier die door je dorp stroomt.
Natuurlijk schuilt er schoonheid in de ijzeren rivieren
die zich parallel aan elkaar een bedding weten
in de ambulante aarde van Lissabon -
maar schoonheid heeft geen intrinsieke waarde.