Men moet er niet licht over denken, over de nietsontziende zwaartekracht van de taal. Woorden tuimelen tomeloos naar huis - door de straten van de stad waar het wemelt van herinneringen aan losgezongen uren. De muren van restaurante Martino da Arcada dragen nog de echo van je langzaam wegebbende stem. Men moet er niet licht over denken. Geef me nog wat wijn, want het leven is niets. Dorst, die oude moeder, kent geen dagen van schaarste, en de keel dient soms tomeloos gesmeerd met lafenis die troost verschaft - lafenis die de wrede uren uit de tijd helpt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2013 | | pagina 26