Deze uitweiding over de plezierige ontmoeting
met de toen nog exotische goudvis staat in scherp
contrast met het beeld dat wij doorgaans hebben
van de laatste decennia van de achttiende eeuw:
een tijd die politiek gezien bijzonder roerig was.
Uit niets in Hovius' reisverslag blijkt de politieke
tweestrijd tussen de staatsgezinden en de prins-
gezinden die in deze periode een hoogtepunt
bereikte. De bestudering van dit verslag is dan
ook niet alleen waardevol omdat het ons een heel
bijzonder inkijkje biedt in Zeeland in 1773, waar
bij dit unieke ooggetuigenverslag in sommige
gevallen door nieuwe informatie verstrekt door
Hovius aan de huidige stand van wetenschap kan
bijdragen, het toont bovendien de waarde van een
cultuurhistorische benadering van het verleden
die de historische realiteit veelal dichter op de
hielen zit dan een politieke geschiedschrijving.
Veel meer dan de politieke sfeer is het culturele
en intellectuele klimaat merkbaar in het hand
schrift. In de reisverslagen zien we duidelijk dat
ons reisgezelschap en meer in het bijzonder de
auteur van de verslagen, Francois Hovius, beïn
vloed is door de ideeën van de Verlichting. Secu
larisering, humanisering en emancipatie stonden
hierbij centraal, maar bovenal was het een tijd
vol optimisme gekenmerkt door een ongebreideld
vooruitgangsgeloof. Mensen werden door het ver
lichte gedachtegoed aangespoord zelf te observe
ren en na te denken, en een enigszins onafhan
kelijke en kritische, onderzoekende houding aan
te nemen. Onze reizigers bezochten niet alleen
historische monumenten maar net zo goed heden
daagse instellingen om zodoende de vooruitgang
in de praktijk te aanschouwen. Hovius toonde
zich ook in zijn beschrijving van de beelden en
altaren ter ere van Nehalennia een verlicht den
ker die gangbare theorieën niet zonder meer aan
neemt maar op zoek gaat naar de verschillende
argumenten die in deze wetenschappelijke dis
cussie een rol spelen. Ook de wijze waarop Hovius
gebeurtenissen optekent - met grote precisie
noteert hij telkens weer hoe laat men vertrekt,
hoe lang een reis of bezoek duurt, wat er gegeten
wordt en hoeveel betaald - is verlicht te noemen.
Dat men in het in dit reisgezelschap zo doordron
gen was van de ideeën van de Verlichting is geen
toeval. Artsen worden vaak beschouwd als de
verspreiders van de Verlichting bij uitstek.10
Op zondag 11 juli 1773 vertrok het gezelschap
vanuit Zierikzee per jacht langs Dordrecht naar
Rotterdam, vanwaar het per rijtuig verder ging
langs Gouda, Oudshoorn bij Alphen aan den Rijn,
Leimuiden en Kudelstaart naar huis, naar
Amsterdam.
Noten
1. Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam,
hs. XV C 48. De bibliotheek van de oude drukken van
de Universiteit van Amsterdam heeft het manuscript
in 1956 in bezit gekregen. Het beslaat 418 pagina's.
Het weergegeven deel vangt aan op pagina 42 van het
handschrift.
2. Amstelodamum heeft een keer een artikel gepubliceerd
over de reisverslagen: H. van Eeghen, 'Het 18de eeuwse
reisgezelschap Semper Idem', maandblad Amstelodamum
45(1953), p. 97-104.
3. R. Meischke, 'Het R.C. Jongensweeshuis aan de Laurier
gracht in het eind van de achttiende eeuw', Jaarboek
Amstelodamum 73 (1981), p. 83-84.
4. Stadsarchief Amsterdam, toegangsnr. 191: Archief van
het Rooms-katholieke jongensweeshuis.
5. http://www.parlementairdocumentatiecentrum.nl/id/
vg09lmi0yzzj (geraadpleegd op 10 oktober 2011).
6. C.J.de Kruijter, Salzburgse vluchtelingen in Zeeland.
Immigratie en integratie in de achttiende eeuw (Goes
2006).
7. Het laat-vijftiende-eeuwse koor is het oudste gedeelte
van de kerk.
8. Poort der kwaadwillenden.
9. Over Basters tuin genaamd Zonnehof is in dit tijdschrift
in 2011 een artikel verschenen.
10. J.W. Buisman, Tussen vroomheid en Verlichting. Een
cultuurhistorisch en -sociologisch onderzoek naar enkele
aspecten van de Verlichting in Nederland (1755-1810),
Zwolle 1992, p. 413.
150
Reisverslag