r f
0ÊÈ
in het vervolg in Den Haag genomen door de
vorst, de ministers en het parlement. Dat was een
gevoelig statusverlies voor Zeeland, dat na Hol
land het tweede gewest in de Republiek was
geweest.
De burgerij in de steden vond in het opheme
len van de provinciale cultuur een prima alterna
tief voor het verlies aan politieke status. Die ver
schuiving in oriëntatie kwam niet uit de lucht
vallen. Elders in Europa deed zich deze ontwikke
ling ook voor. De gedachte dat cultuur en bescha
ving niet meer beperkt moesten blijven tot de
grote Europese centra had op veel plaatsen geleid
tot een expansie van de provinciale cultuur.
Bovendien was deze ontwikkeling binnen Zee
land al min of meer voorbereid in de achttiende
eeuw, toen in naamwijzers, jaarboekjes en alma
nakken kennis en informatie over de provincie
onder brede lagen van de bevolking waren ver
spreid. Ook kranten gingen meer aandacht beste
den aan lokaal en regionaal nieuws. Dat alles
maakte de Zeeuwen gevoelig voor het moreel
appel dat ter wille van de provincie op hen werd
gedaan. Kennis en deugd moesten ook de provin
cie op een hoger plan brengen.
Historische verzamelingen en publicaties
drukten de wens uit om tot op het bot door te
dringen in het eigene van Zeeland. Naast allerlei
onhoudbare oorsprongsmythen wortelden in dit
retrospectief elementen die de vermeende
Zeeuwse 'volksaard' tot in lengte van jaren zou
den bepalen, zoals de spreekwoordelijke strijd
tegen de zee. De Zeeuwse elite tooide zich met de
glorie van Zeeuwse zeehelden, letterkundigen en
andere historische personages. De gebruiken uit
het dagelijks leven van het volk vielen dit lot nog
wat later ten deel. Ringrijden, begrafenisgebrui-
ken en de kleding van de plattelandsbevolking
bijvoorbeeld werden beschouwd als authentieke
overblijfselen van een soort oercultuur en in die
zin als typisch Zeeuws.
Sociale verhoudingen
Zeeland kreeg ook in sociaal opzicht een ander
aanzien. In de elite kwam ruimte voor nieuw
bloed. Aan de top van de Zeeuwse samenleving
stond een kleine groep van rijke stedelingen. Ver
uit de meesten van hen woonden in Middelburg.
Het waren families die in de zeventiende en acht
tiende eeuw fortuin hadden gemaakt en macht
hadden verworven. Een belangrijk deel van hen
verliet Zeeland in het begin van de negentiende
eeuw, onder meer naar Den Haag, waar nu de
interessante bestuursbaantjes te vergeven waren
Daardoor kwam er in de elite ruimte voor nieu
welingen afkomstig uit de hogere burgerij.
m m«"'
AU
HU
nu
ll
mi
IIII
IIII
nu
mi
Hl!
3 S
DB
ij, y,\if A.
XII
Ontwerptekening van L.J. Dhaenens voor de voorgevel van de
nieuw te bouwen rooms-katholieke kerk in IJzendijke, 1835.
In 1840 begon men met de bouw van de nieuwe kerk, die de
oude kerkschuur zou vervangen. Deze kerk werd in de Tweede
Wereldoorlog verwoest. Zeeuws Archief, Zelandia Illustrata,
11-2237.
Ook op het platteland veranderden de sociale ver
houdingen. In families van grote boeren hadden
zich generatieslang bestuurlijke posities opge
hoopt. Die posities wisten zij te verstevigen. De
rijke boeren, die de dorps-, polder- en kerkbestu
ren domineerden, gingen hier steeds autonomer
regeren. Vooral op het platteland groeide boven
dien de sociale ongelijkheid. De boerenelite werd
door de bloei van de landbouw rijker, maar de
onderkant van de plattelandssamenleving profi
teerde niet van die hausse. Het reële inkomen van
de landarbeiders daalde aan het begin van de
negentiende eeuw zelfs. Het aantal landarbeiders
nam toe door migratie uit Vlaanderen, wat de
Zeeland 1 700-1 850
155