druk op de werkgelegenheid en bestaansmiddelen
vergrootte. Er ontstond een structureel overschot
aan landarbeiders en dat kwam in de jaren veer
tig van de negentiende eeuw steeds duidelijker
aan het licht. De problemen waren vooral groot in
het westen van Zeeuws-Vlaanderen. Op het plat
teland werd letterlijk honger geleden, mede als
gevolg van het mislukken van de aardappeloogst,
waardoor voedsel onbetaalbaar werd. Velen gin
gen op zoek naar een beter bestaan in de Ver
enigde Staten.
Welke bescherming genoten arme mensen?
Zij konden een beroep doen op de kerkelijke dia
conie of het plaatselijke armbestuur. Maar de
staat van de armenkassen was een permanent
probleem en de opvattingen over armenzorg ver
anderden. Armoede veronderstelde nu een gebrek
aan deugd en beschaving en werd in het vervolg
in een adem genoemd met bedelarij en criminali
teit. Het verrichten van arbeid werd als een taak
van elke burger gezien en armoede was een teken
van luiheid en ondeugd. Werklozen werden tot
arbeid opgevoed in werkinrichtingen, spinscho-
len en calicotweverijen. De Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen was in de eerste helft van de
negentiende eeuw succesvol met onderwijs aan
arme kinderen en de oprichting van volksbiblio
theken en -spaarbanken. Niettemin vonden veel
hervormingen moeizaam ingang. Rond 1850 was
er nog een hoge graad van analfabetisme. Maar
liefst een derde van de Zeeuwse kinderen genoot
toen geen onderwijs.
Tot slot
Het mag duidelijk zijn. Tussen 1700 en 1850 tra
den in Zeeland ingrijpende verschuivingen op. De
neergang van de stedelijke economieën eiste zijn
tol. Maar Zeeland was in het midden van de
negentiende eeuw geen zieltogende provincie. De
landbouw stond er rond 1850 goed voor. Er werd
geïnvesteerd in havens en kanalen om de handel
nieuwe impulsen te geven. Onder het 'volk' leefde
een groot politiek bewustzijn. De radicaal-libe
rale omwenteling in de landelijke politiek zorgde
rond 1850 voor meer democratie en een nieuwe
bestuursstructuur. En zichtbaar waren ook de
kiemen van een betere armenzorg en volksge
zondheid. Dat alles zou na 1850 tot wasdom
komen.
De illustraties bij dit artikel zijn afkomstig uit De Geschiedenis
van Zeeland, deel III.
156
Zeeland 1 700-1 850