In een rijtuigje.. ...zong Wim Sonneveld in de tv-serie Ja zuster, nee zuster, eindjaren zestig. De reis ging "kalm en bedaard" - naar Vinkeveen. Hanneke Ronnes en Lotte van der Voort, van de Universiteit van Amsterdam, behandelen een verslag van een reisgezelschap dat in de acht tiende eeuw een reis helemaal naar Zeeland ondernam. Dat ging deels per "rijtuigie" en dien tengevolge ook "kalm en bedaard". De auteurs noemen de - tiendaagse - reis een plezierreisje. Dat zal het ongetwijfeld geweest zijn, maar voor ons moderne mensen zou een tocht van vijf uur van Goes naar Krabbendijke een nachtmerrie zijn. Overigens is het nog niet zo heel lang geleden (vóór de aanleg van de A58) datje er op zomerse dagen ook uren over deed om van Walcheren in Bergen op Zoom te komen. Er is niets nieuws onder de zon. Het reisverslag maakt ook melding van twee Zeeuwse meisjes die samen met twee jongens in de duinen rollen. Nee, er is écht niets nieuws onder de zon. Wij, hier in Zeeland, koesteren onze historie. Gelukkig maar, want anders kregen we dit blad nooit gevuld met interessante artikelen. Er staat dan ook weer veel historie in dit nummer. Het derde deel van de Geschiedenis van Zee land is kortgeleden verschenen en gepresenteerd in Zierikzee. Bij deze presentatie hield Jeanine Dekker een inleiding, die ze zo vriendelijk was te verwerken tot een artikel. Dat treft u in dit num mer aan. In de eerste editie van de volgende jaar gang zullen we een recensie van deel drie plaat sen. Nu is het daar te kort dag voor. Van de hand van Johan de Koning treft u een verhandeling aan over de architect Johan van Nieukerken, ontwerper van onder andere het Bad paviljoen en villa Carmen Silva in Domburg, en geboren in Middelburg. Hij ontwierp ook het gebouw van het Koninklijk Instituut voor de Tro pen in Amsterdam. En zo is ons tijdschrift dan ongewild weer heel erg actueel, want het KIT staat nogal in de belangstelling de laatste tijd. Wij mogen dan onze historie koesteren, niet iedereen doet dat. Hulde aan Egypte, dat ter elf der ure het meeste materiaal van de bibliotheek veiligstelde. En dan is het weer december. Zo langzamer hand is het een traditie geworden om in het laat ste nummer van een jaargang een kunstkatern op te nemen. Deze keer is het een ode aan de Portu gese dichter Fernando Pessoa en aan Lissabon. De Middelburgse dichter Rob van Hese (1953) tekent voor de poëzie en zijn plaatsgenoot Ton Stanowicki (1957) voor de foto's. Wie wel eens bij avond in het oude deel van Lissabon heeft rond gedwaald, op zoek naar een café waar fado's wor den gezongen, of met een oud trammetje door de sterk hellende straatjes heeft gereden, zal de dra matische foto's herkennen, misschien niet de plek waar ze zijn genomen, maar zeker de sfeer. Ten slotte: in het vorige nummer stond een artikel over vlas. Vlas wordt getrokken en niet gemaaid. Willem van den Broeke, de auteur, wist dat wel, maar degene die de onderschriften van de foto's maakte niet. Ook onze eindredacteur keek er straal overheen. Velen van u wisten het ook en maakten de redactie deelgenoot van die kennis. Dit is het laatste nummer waaraan Marianne Kleijwegt, een van onze beeldredacteuren, mee werkt. Ze gaat de redactie verlaten. We zijn Mari anne veel dank verschuldigd voor haar inzet en haar kennis van illustraties en de plaatsen waar ze opgediept kunnen worden. Marianne, bedankt namens de hele redactie. Ik wens u, namens de redactie van Zeeland, alle maal goede kerstdagen en een voorspoedig 2014. Ad Huiskes Introductie 123

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2013 | | pagina 3