Zeeland 22.4 Zeeuwse pracht van een instituut onder druk Johan de Koning In de afgelopen maanden was er een stevige Haagse discussie over de subsidiëring van het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam. Vanwege de Haagse bezuinigingsdrift zal het ministerie van Buitenlandse Zaken de subsidie aan de bibliotheek van het instituut stopzetten. Bijna een miljoen boeken dreigden de container in te gaan. Gelukkig konden met een publieksactie via internet tienduizenden handtekeningen tegen de ontmanteling van dit roemruchte instituut ver gaard worden om politiek Den Haag op andere gedachten te brengen. Nu zullen collectie en bibliotheek grotendeels rijksbezit worden en ondergebracht bij andere instanties, zoals de Uni versiteit Leiden, het Vredespaleis in Den Haag en het Maritiem Museum in Rotterdam. Een ander deel, maar liefst 400 duizend boeken en 20 dui zend tijdschriften, verhuist naar de Bibliotheca Alexandria in Egypte. Het museum blijft bestaan, maar zal moeten fuseren met het Museum voor Volkenkunde in Leiden en het Afrikamuseum in Berg en Dal. Wat niet aan de orde kwam en wat voor het debat over subsidiëring ook niet van belang kon zijn, is het markante gebouw van het instituut aan de hoofdstedelijke Linnaeusstraat. Sloop ervan stond en staat niet op de agenda. Mocht het op termijn leeg komen te staan, dan kan er altijd een nieuwe functie aan worden gegeven. Het is er ruim en aanpasbaar genoeg voor. Veel meer dan een efficiënt kantoorgebouw is het gebouw zelf ook een uitstalkast, een etalage met vele gezichten. Dat past bij de opvattingen van zijn ontwerper, Johan van Nieukerken (1854-1913), geboren in Middelburg. Weinigen zullen zich realiseren dat deze architect een Zeeuw was. Een zo belangwek kend instituut, van een dergelijk formaat, op zo'n fraaie locatie. Waarom koos men daar nu een Zeeuwse architect voor? Wie was hij en hoe kwam hij aan die opdracht? Leuk om eens wat over hem te ontdekken. Maar vooral richten we ons op het gebouw zelf. Wat heeft hij ervan gemaakt? Opdracht Al in 1910 waren er plannen voor een nieuw Johan J. van Nieukerken. Foto Het Nieuwe Instituut, Rotterdam. gebouw voor het Koloniaal Museum, dat in Haar lem was gevestigd en daar voortdurend met ruim tegebrek te kampen had. Graag verhuisde men naar Amsterdam. Oud-minister van Koloniën J.T. Cremerwerdin 1911 voorzitter van de Raad van Beheer van het nieuw gevormde Koloniaal Insti tuut. Die Raad haalde bij particulieren 1,2 miljoen gulden op voor een gebouw in Amsterdam. Ver volgens werd een bouwcommissie samengesteld, die nog in hetzelfde jaar drie architecten uitno digde een ontwerp voor de nieuwe huisvesting te maken. J.Th.J. Cuypers, J.J. van Nieukerken en B.J. Ouendag waren de geselecteerden. Zij ont vingen ieder een vergoeding van 7.000 gulden voor hun diensten, plus een door het instituut bekostigde rondreis door België, Duitsland, Frankrijk en Engeland om daar soortgelijke insti tuten en musea te bestuderen. In ons land had vrijwel niemand ervaring met dergelijke eigen tijdse opdrachten. Geen van de drie begin 1913 ingeleverde ont werpen bleef binnen de begroting. Van Nieuker ken won de opdracht, maar diende zijn plan dus- Architect J.J. van Nieukerken 125

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2013 | | pagina 5