kant, arriveerde. Hierna werd er een zaaltje gehuurd in een herberg. In februari 1877 werd de eerste kerkenraad samengesteld. Uiteraard was Tant daar lid van, evenals dominee Van den Brink, maar ook de pas gearriveerde Schilleman uit Terneuzen. Deze schoolmeester lijkt op het eerste gezicht wellicht, met Roos, mogelijk uit religieuze motieven te zijn vertrokken. Niets is minder waar. Roos was financieel zwaar in de problemen en Schilleman had zo'n laag salaris als schoolmeester dat hij zijn gezin nauwelijks kon onderhouden. Zowel in 1863 als in 1868 richtte Schilleman "hartverscheurende bedes aan de Ter- neuzense gemeenteraad om verbetering te bren gen in de erbarmelijke levensomstandigheden, waarin hij en z'n talrijk gezin verkeerden".5 Het moet erg geweest zijn, want de hoofdonderwijzers van de openbare scholen in Axel, Hoek, Terneu zen en Zaamslag steunden het verzoek van Schil leman. Een en ander leidde ertoe dat Schilleman een tegemoetkoming kreeg. Kennelijk verdiende Schilleman echter ook daarna zo weinig dat hij moest bijverdienen en niet genoeg tijd voor zijn school had. In 1871 kreeg Schilleman weer een kleine salarisverhoging. Toch zag hij in Sluiskil slechts een toekomst vol armoe. Ook bij hem is dat een belangrijke reden geweest om naar Roe- selare te vertrekken. Dat de Zeeuwen met een onderkomen, met werk op de fabriek, in een kerk gemeenschap met een schooltje werden opgevan gen was een aantrekkelijk perspectief. Na verloop van tijd kwamen in sommige gevallen weduwen en kinderen wel uit Roeselare terug naar Nederland of ze verhuisden binnen Vlaanderen. Anderen bouwden, dankzij een huwelijk, een bestaan op in de Vlaamse regio. Verschillende Zeeuwen overleden in Roeselare. Het leven houdt op en gaat verder... Interessant is nog dat textielbaron Tant de Eerste Wereldoorlog als vluchteling in Middel burg doorbracht. De zoon van Schilleman had zich ondertussen opgewerkt tot bedrijfsleider. Als directeur loodste hij de bedrijven van Tant door de Grote Oorlog. En Gerrit Roos? Die kwam niet meer goed terecht. In 1884 probeerde hij het uit eindelijk in Calais. In hartverscheurende rijmen bezag hij, de gemankeerde dichter, de laatste jaren van zijn leven zijn lot. Met de blik omhoog. Noten 1. Sint-Maria-Horebeke ligt bijna 10 km ten oosten van Oudenaarde in de Zwalmstreek. De protestantse emi granten uit Sint-Maria-Horebeke worden hier verder buiten beschouwing gelaten. Soms hadden ook zij Zeeuwse wortels of familie in Zeeland. 2. Dr. J. de Hullu, Bijdrage tot de geschiedenis van de hervormde gemeente van den Vlaamschen Olijfberg nabij Oudenaarde, 1805-1814, Oostburg: Bronswijk, s.d.; S.J.M. Hulsbergen, 'De positie van de protestanten in Vlaanderen', in: Zeeuws Tijdschrift 1983, p. 54-58; id., 'De verhouding van Zeeland tot de protestanten in Vlaanderen van de xvie tot de xixe eeuw' (3 dln.), in: Zeeuws Tijdschrift 1984, p. 15-22 (dl. 1), p. 63-69 (dl. 2) en p. 136-143. 3. Meer informatie bevat het Bulletin van het Belgische protestantisme. 4. Vgl. Guy Liagre 8t Dirk van Wageningen, Geuzenprotest. Henry Tant en het protestants antiklerikalisme in de geschiedenis van Roeselare (1876-1914), Brussel: Prodoc 1999, p. 77. Ook voor het vervolg van dit artikel is aan deze studie, incl. de bijlage, een en ander ontleend. 5. C.A. van Minnen, 'De ontwikkeling van het lager onder wijs in Terneuzen in de tweede helft van de negentiende eeuw', in: Jaarboek oudheidkundige kring De Vier Ambachten 1982-1983, Hulst, p. 146-147, met de noten op p. 151. 18 Zeeuwse emigratie naar Roeselare

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2014 | | pagina 20