SJ
//■auü/fa.
u
Uil
U
nomische malaise. Integendeel zelfs, de stad pro
fiteerde van de agrarische sector die vanaf onge
veer 1750 een sterke opbloei te zien gaf. Het was
de landbouw, en dan met name de grootschalige,
commerciële akkerbouw, die voor de gewestelijke
economie in deze periode steeds belangrijker
werd. Zeeland veranderde van een stedelijk han
delsgewest in een agrarische plattelandssamenle
ving. Ook hier spreken de demografische gege
vens duidelijke taal: tussen 1700 en 1850
verdubbelde het bevolkingsaantal op het platte
land, terwijl de stedelijke bevolking met 18 pro
cent terugliep.
Uiteraard wordt in een algemeen overzichts
werk over de historie van Zeeland ruim aandacht
geschonken aan de ontwikkelingen op sociaal,
cultureel en godsdienstig terrein. Volgens de
schrijvers nam de sociale ongelijkheid in Zeeland
toe, zeker in de jaren na 1845 toen Europa geteis
terd werd door een aantal aardappelmisoogsten.
Onder invloed van verlichte denkbeelden veran
derde de visie op de armoede en armenzorg.
Stond deze in het verleden grotendeels in het
teken van bedeling, in de achttiende eeuw werd
naar een actieve manier van armoedebestrijding
gekeken. Armoede gold als teken van luiheid, en
arbeid was daarom het beste medicijn om het pro
bleem met wortel en tak uit te roeien. Erg veel
succes hadden de armoedebestrijders echter niet.
Daarvoor waren andere en verdergaande maatre
gelen nodig waarover we hopelijk in het vierde
deel van de Geschiedenis van Zeeland meer te
weten komen.
Ook in religieus opzicht voltrokken zich in
Zeeland ingrijpende veranderingen, zo lezen we
in het verhaal van Arno Neele. Was de gerefor
meerde kerk rond 1700 nog veruit overheersend,
anderhalve eeuw later vormden de katholieken
iets meer dan een kwart van de totale bevolking,
in Zeeuws-Vlaanderen waren ze zelfs uitgegroeid
tot de meerderheid. De machtspositie van de gere
formeerde kerk (vanaf de negentiende eeuw de
hervormde kerk genoemd) werd verder aangetast
door de afscheiding van verschillende orthodoxe
groepen die vanaf 1835 in gang werd gezet. De
:,.U*üu
Plattegrond van IJzendijke uit 1818. Zeeuws Archief, Provinci
aal Bestuur 1813-1850, inv.nr. 5543.1.
emancipatie van de katholieken en bevindelijk
gereformeerden zou overigens pas na 1850 wor
den verwezenlijkt.
Ondanks het feit dat ik bewondering heb voor
de uitstekende wijze waarop de schrijvers laten
zien hoe Zeeland in de periode tussen 1700 en
1850 in vrijwel alle opzichten transformeerde,
heb ik een aantal punten van kritiek. De gedegen
en fraai geïllustreerde studie, zo blijkt uit het
notenapparaat, is grotendeels gebaseerd op
bestaande literatuur. Gezien de omvang van een
dergelijk werk is daar geen enkel bezwaar tegen.
Je mag dan echter wel verwachten dat de meest
recente literatuur wordt gebruikt, en daar ont
breekt het soms aan. Zo besteedt Neele in zijn
beschrijving van de Afscheiding van 1834 uitge
breid aandacht aan het optreden van predikant
Budding, die een prominente rol heeft gespeeld in
de Zeeuwse Afscheidingsbeweging. Het is me
Boekbesprekingen
39