Zeeland 23.1
granten minus het aantal emigranten" (p. 134).
Dat snapt zelfs een kind, evenals de uitleg van
het begrip geboortecijfer. Het verkondigen van
dergelijke schooiboekenwijsheid had in een
monumentaal werk als dit beter achterwege kun
nen blijven.
Albert L. Kort
C.K. Elout, De eerste interviews. De negentiende-
eeuwse vraaggesprekken van een journalistiek
pionier, Amsterdam 2013, 198 pp., ISBN 978-90-
3525-065-9, 14,95
Veel Zeeuwen zullen bij het horen van de naam
Elout waarschijnlijk in eerste instantie denken
aan de Domburgse kunstenares Mies Elout-
Drabbe. Er zijn echter meer Elouts die in Zeeland
aan de weg timmerden, zoals Mies' echtgenoot
Paulus, die gedurende een halve eeuw een grote
rol speelde in de ontwikkeling van Domburg als
badplaats. Zijn broer Cornelis Karei (1870-1947)
was in zijn tijd een bekende journalist, die thans
bijna is vergeten. Elsevier, een van zijn voorma
lige werkgevers, verzamelde een aantal van zijn
destijds spraakmakende interviews in een bundel,
samengesteld en ingeleid door Coen Brummer en
van een epiloog voorzien door Elsevier-hoofdre-
dacteur Arendo Joustra (overigens ook een gebo
ren Zeeuw).
Cornelis Karei kwam op zesjarige leeftijd naar
Domburg, toen zijn vader Cornelis Hendrik daar
burgemeester werd. Eerdere generaties Elout
bekleedden vooraanstaande functies in het open
baar bestuur en bij de krijgsmacht. Cornelis Karei
volgde de Rijks-HBS in Middelburg, waarna hij
uit Zeeland vertrok. Aanvankelijk streefde hij
naar een loopbaan als militair, maar het werd de
journalistiek.
Daarin speelde hij al snel een vooraanstaande
rol, onder meer bij NRC en Elseviers Geïllustreerd
Maandblad. Voor dit periodiek maakte hij tussen
1896 en 1898 een aantal interviews met onder
meer kamerlid en priester Herman Schaepman,
generaal Karei van der Heijden en senator Abra
ham Carel Wertheim. De parlementair journalist
onderscheidde zich van zijn vakgenoten door
gezagsdragers niet dociel te benaderen (zoals nog
tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw
gebruikelijk zou zijn), maar door ze kritisch aan
de tand te voelen.
Een mooi voorbeeld daarvan is het gesprek
met de liberale politicus Samuel van Houten,
bekend van het zogenoemde Kinderwetje. Elout
weet hem duidelijke uitspraken te ontlokken over
uiteenlopende onderwerpen als het parlementaire
stelsel, de monarchie en de rol van het huisgezin.
Verder beschrijft hij zijn indrukken van de
woning waarin hij wordt ontvangen en de hou
ding van de geïnterviewde, in die tijd ongebrui
kelijke stijlmiddelen.
Tekenaar Hendrik Maarten Krabbé, grootva
der van auteur Tim en acteur Jeroen, illustreert
de vraaggesprekken. Niet iedereen is tevreden
over zijn portret, wat dankzij de scherpe en soms
komisch formulerende pen van Elout aardige
anekdotes oplevert. Zo is generaal Van der
Heijden er niet blij mee dat hij met zijn bril op is
geportretteerd. "Wie heeft er nou ooit een soldaat
met een bril op gezien? Neen, hoor eens, dien bril
moetje weer afnemen." "Ja, maar generaal dat
gaat niet meer." De bril bleef.
Eric-Jan Weterings
Boekbesprekingen
41