O UW Hvm mltrotol,- zrr aliarym ixcltsdu^ Dat Johan Huyssen ook daarvoor al de eigenaar was, ligt inderdaad voor de hand. Hendrick van Steenwijck woonde en werkte immers vanaf ongeveer 1616/'17 in Engeland, het land waar ook Johan banden mee had.14 Engeland Volgens de meeste publicaties zou Johan Huyssen in 1616 met zijn zwager Albert Joachimi (1560 - Goes 1654) als gezant naar Engeland zijn gezon den. Dit is onjuist. De vergissing berust op een verkeerde interpretatie van de tekst van Scheffer uit 1874: "Den Ambassadeur Joachimi, zijn zwa ger, naar Engeland vergezeld hebbende werd hij door Koning Jacobus I met den titel van Ridder (eques aureatus) vereerd, op den 10 Maart 1616..."'5 Albert Joachimi's legatie naar Engeland vond reeds plaats in 1610, van 16 april tot 7 juni. Als Johan hem toen vergezelde, kan dat alleen op de heenreis zijn geweest. Tussen 3 april en 5 mei was hij afwezig bij de vergaderingen van de Zeeuwse Admiraliteit. Johan werd "voor zijn vele verdien sten" geridderd op 20 april 1616 (in Engelse stijl, dat is 30 april 1616 Nederlandse stijl).16 Het door Scheffer genoemde diploma van 10 maart 1616 (Engelse stijl; 20 maart 1617 Nederlandse stijl) is de daarop volgende gunning tot wapenvermeer dering (zie pag. 7). Wat Johans verdiensten waren blijft andermaal duister, al heeft hier wellicht reeds zijn betrokkenheid bij de teruggave van de pandsteden, met name Vlissingen, later dat jaar meegespeeld. Van 16 februari tot 6 juli 1624 (6 februari 1623 tot 26 juni 1624 Engelse stijl) leidde Albert Joachimi andermaal een belangrijke diplomatieke missie naar Engeland en in 1625 vertrok hij opnieuw, om vervolgens tot 1650 als ambassadeur in Londen te blijven. In die jaren kan Johan Huyssen zijn zwager zeker hebben bezocht.17 Niet alleen was Albert gehuwd met Johans zuster, Adriana Huyssen (Middelburg 1570 - Londen 1632), Alberts moeder was als jonge weduwe her trouwd met Johans grootvader, Adriaan Huyssen. Toen die in 1575 overleed en Johans eigen vader Hugo naar Goes was teruggekeerd, moeten beide jongemannen bijna als broers naast elkaar zijn opgegroeid. Dat Johan daadwerkelijk Engeland in de jaren 1620 bezocht, lijkt te worden bevestigd door een Rouwbord van Johan van Matenesse (1569-1613) in de Dom te Utrecht. Aftekening door Aernout Buchelius (met niet- bijbehorende tekst) in zijn De Monumenta..., handschrift, ca. 1615-1641. Archief Utrecht. Foto Archief Utrecht. manü propria me Johanne[m] huijssen imitatus est". Ten opzichte van het portret uit 1616 (zie pag. 1) lijkt Johan wat ouder, zodat een datering in de jaren 1620 reëel lijkt. Zowel de tekening als de prent wordt omringd door leerachtig kwab- of rol-ornament dat hoogst karakteristiek is voor de portrettekeningen van Gerbier. Daarbuiten vindt men het vrijwel alleen in de Engelse portret- prenten van Simon van de Passé en diens navol gers. Simon van de Passé vertrok net als Gerbier rond 1616 naar Londen. Ilja Veldman suggereert zelfs dat ze wellicht samen reisden.18 Toch bestaan voor samenwerking (nog) geen concrete bewijzen. De prent lijkt ook zeker niet van Simon 3f»MT'.Vi:CK >UTH£W£S getekend portret van Johan Huyssen door de in Middelburg geboren maar in 1616 naar Engeland vertrokken schilder, architect, auteur, avonturier en diplomaat Balthazar Gerbier (Middelburg 1592 - Londen 1663?) (zie pag. 6). Op de achterzijde heeft Johan eigenhandig geschreven: "Gerbier DN* THlEOJKHUtVS M.VLAKT h CRAnIwB6R -rjAECT StNlOK UGNOKICVJ QVLOTVfT"' y II tAKVARjl AK Cf 13 CVUL jORCH PWfcKWIKD! Een uitzonderlijke opdracht voor Dirck van Delen 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2014 | | pagina 7