Zeeland 23.2 Een stevig fundament voor de provincie. Bij de aanbieding van deel 4 van de Geschiedenis van Zeeland Op zaterdag 29 maart jl. werd in Sas van Gent het vierde en laatste deel gepresenteerd van de Geschiedenis van Zeeland. De hieronder weergegeven bijdragen van Pim Kooij en Jan Zwemer zijn bewerkingen van hun voordrachten bij deze presentatie. In zijn bijdrage geeft Willem van den Broeke commentaar op de inhoud ervan. De talrijke auteurs van de Geschiedenis van Zeeland hebben een bijzonder werk verricht. In Levensberichten van Zeeuwen parafraseerde Nagtglas een citaat van Longfellow: "Zij lieten een voetstap na in het zand van de tijd." Pim Kooij Vandaag, 29 maart, vindt de voltooiing plaats van de geschiedschrijving van Zeeland. Als historicus gebruik je dat woord voltooiing niet zo vaak, want als geen ander weet de historicus dat de geschie denis nooit af is. Steeds komen nieuwe inzichten op en worden nieuwe vragen gesteld. En zo zal het ooit gebeuren dat deze Geschiedenis van Zeeland, die vandaag nog gloednieuw is, als verouderd zal worden bestempeld. Maar dat zal nog wel heel lang gaan duren, want er is enorm veel moeite gedaan om deze Geschiedenis van Zeeland hele maal up-to-date te maken. Dus waarschijnlijk heb ben we hier te maken met een oldtimer, die net als een design-auto in de loop der tijd alleen maar mooier en gewilder gevonden zal worden, ondanks wat technische gebreken. Provinciale geschiedenissen De Geschiedenis pan Zeeland is als laatste ver schenen in een nieuwe rij provinciale geschiede nissen. Nog lang niet iedere provincie heeft een min of meer moderne geschiedschrijving gekre gen. Meestal ligt er al wel een wat ouder werk, zoals Zeeland door de eeuwen heen van de presi dent van de rechtbank Van Empel en de biblio thecaris Pieters, waarvan het eerste deel in 1935 en het tweede in 1959 verscheen. Maar dat soort boeken wordt van lieverlee toch als antiquarisch beschouwd. Zo is er ook voor veel andere provin cies wel een ouder handboek. Voor Friesland bij voorbeeld De Geschiedenis van Friesland onder redactie van Kalma, Spahr van der Hoek en De Vries, dat in 1968 verscheen, en De historie van Groningen uit 1976, waarover rijksarchivaris Formsma de hoofdredactie voerde en waaraan een groot aantal hoogleraren van de Groningse universiteit, maar ook van andere universiteiten, meewerkten. Ook voor de meeste andere provincies zijn wel titels uit die tijd te noemen. Voor Limburg bij voorbeeld (uit 1972), Gelderland (uit 1986) en Overijssel (uit 1990). Die hadden met elkaar gemeen dat ze sterk verkennend waren. Over een heleboel onderwerpen was nog nooit een samen vattend stuk geschreven en het is de verdienste van die oudere provinciale geschiedenissen dat toen voor het eerst het verhaal over de politieke ontwikkeling, de economische ontwikkeling, de sociale en religieuze verhoudingen en de cultuur werd verteld. Daarmee waren die oudere provinciale geschiedenissen wel sterk beschrijvend. En ook was er weinig relatie tussen de verschillende domeinen. De auteurs waren al blij als ze hun onderwerp rond hadden gekregen en konden wei nig belangstelling opbrengen voor wat hun col lega-auteurs deden. Soms was er een sterke redactie, die voorkwam dat de ene auteur dwars door het verhaal van de andere schreef. Maar het gebeurde ook wel dat het zo gelaten werd. Ik ga hier nu maar geen voorbeelden noemen. In ieder geval raakten die provinciale geschiedenissen van lieverlee verouderd. Boven dien waren ze alleen nog maar antiquarisch ver krijgbaar. Het werd dus de hoogste tijd dat er nieuwe provinciale geschiedenissen kwamen. Moderne geschiedschrijving Ik denk dat de eerste moderne provinciale geschiedschrijving die van Drenthe is geweest uit Geschiedenis van Zeeland compleet 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2014 | | pagina 11