«Bk hand." Daarbij haalde ik verder de socioloog D.Th. Kuiper aan die in 1987 eveneens aangaf dat in het verzuilingsproces (mentale) geslotenheid en openheid zich tezamen ontwikkelden.6 Het zou bovendien niet eenvoudig zijn geweest om bij het schrijven van deel 4 veel aan- Het oogsten van zwarte bessen te Heinkenszand, ca. 2000. Foto J. Wolterbeek. Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 129273. immers dat ik sinds het begin van het project kri tiek heb geuit ten aanzien van de 'matrix', het geheel van zes 'invalshoeken' oftewel begrippen paren die samenhang zouden moeten brengen in de geschiedschrijving over Zeeland en die, in de woorden van Paul Brusse, aan "discussies in de Graandorsen op Walcheren, ca. 1950. Foto D.P. Cornelisse. Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata, 11-2347/250. historische wetenschap" zouden moeten bijdra gen.6 Het zijn de begrippenparen 'mens en natuur', 'centrum en periferie', '(mentale) open heid en geslotenheid', 'beeld en zelfbeeld', 'stad en platteland' en 'arm en rijk'. Mijn kritiek op het hanteren van deze zes begrippenparen was overi gens genuanceerd: niet alle zes begrippenparen waren mijns inziens problematisch en per begrip penpaar waren en zijn de moeilijkheden verschil lend. Zo heb ik in november 2009, voor een publiek met daarin alle deelnemers aan het project, erop geattendeerd dat de tegenstelling 'openheid geslotenheid' al decennia geleden werd gerelati veerd door resultaten van het onderzoek naar de voor de periode na 1850 zo belangrijke verzui ling: "Al vanaf het boek van Jojada Verrips over Ottoland uit 1983 is er op gewezen dat de verzui ling er mede uit bestond dat plaatselijke elites of delen ervan zich afzetten tegen andere plaatse lijke elites met een andere levensbeschouwing, maar dat wel deden door het aanhalen van de banden met elites van de eigen levensbeschou wing in de eigen regio, de eigen provincie en vooral op nationaal niveau... Dus gingen in de verzuiling geslotenheid en openheid hand in dacht te besteden aan de tegenstelling tussen (mentale) geslotenheid en openheid. Degelijk structureel onderzoek ontbreekt immers, en dat zal wel samenhangen met de bovengenoemde moeilijkheid: men kan op één gebied 'open' zijn en op het andere gebied 'gesloten'. Op dezelfde moeilijkheid heeft Willem van den Broeke overi gens gewezen voor het begrippenpaar 'centrum en periferie': een plaats of regio kan een econo misch centrum zijn in de ene sector, maar ten aanzien van een andere sector meer perifeer. Onderzoek naar (mentale) open- en geslotenheid zou ook niet gemakkelijk te operationaliseren zijn: hoe meetje beide grootheden en hoe filter je vooroordelen en andere subjectieve factoren uit de contemporaine bronnen? Iets dergelijks geldt voor het begrippenpaar 'beeld en zelfbeeld'. Al in november 2009 wees ik op het nog ontbrekende onderzoek en vooral op de bijzondere methodologische problemen die onderzoek en schrijven daarover, zeker voor de periode van deel 4, met zich mee zouden brengen: "Het onder buitenstaanders levende imago van Zeeuwen is vaak een korte karakteristiek die soms enigszins, in veel gevallen amper met de werkelijkheid te maken heeft. In veel gevallen 60 Grote lijnen, kritische overwegingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2014 | | pagina 20