zijn zulke typeringen ontstaan in een bepaalde periode of zelfs op een bepaald tijdstip en hebben ze simpelweg een publicitair doel, zoals het ver kopen van margarine van een bepaalde fabriek. Om die reden zeggen ze vooral iets over degene die zo'n typering verzon en amper iets of niets over Zeeland of de Zeeuwse bevolking. Het voort leven van zulke verzinsels in al dan niet karika turale vorm staat dan ook min of meer los van de geschiedenis van Zeeland en ik ben dan ook niet van plan om er veel aandacht aan te beste den Wél interessant is de vraag wat er precies aan de hand is op het moment dat wij een zelfbeeld van Zeeland of de Zeeuwen aantreffen. Gaat het om een zelfbeeld dat door de elites in de provincie geconstrueerd is en zo ja, welk doel hadden zij daarbij en heerste er binnen de elite eenstemmigheid over? Wat dachten de overige Zeeuwen van dit zelfbeeld - liet het hen über haupt onverschillig of hadden zij simpelweg geen inbreng of belangstelling omdat dit zelfbeeld niet voor consumptie in de eigen Zeeuwse samenle ving bedoeld was?"7 Deze vragen konden echter binnen het beperkte tijdsbestek dat voor deel 4 beschikbaar was - en waarbinnen allerlei andere leemtes nog snel even moesten worden opgevuld - niet meer worden onderzocht. Het zou mijns inziens een heel apart onderzoeksprogramma met diverse deelnemers over meerdere jaren hebben gevergd. Dat het bij de eerdere delen van Geschiedenis van Zeeland misschien veel eenvoudiger was om iets over beeld en zelfbeeld van de Zeeuwen te zeg gen, houdt uiteraard verband met het veel gerin gere bronnenmateriaal dat voor die perioden (en zeker over imago's van bevolkingsgroepen) beschikbaar is. Geschiedschrijving over de laatste tweehonderd jaar is door de veel grotere hoeveel heid bronnen nu eenmaal toch wat afwijkend van die over een vroegere periode. Al was het alleen maar omdat er relatief veel materiaal nog onbe studeerd is en de onderzoeker daarom misschien eerder geneigd zal zijn een slag om de arm te houden. Op dit verschil tussen de contemporaine geschiedschrijving en die over eerdere perioden heb ik enkele malen indringend gewezen tijdens vergaderingen over de voortgang van deel 4. Desalniettemin komen de begrippenparen uit de matrix in de tekst van deel 4 zeker aan bod, alleen niet werkelijk systematisch. Dat laatste hoefde ook niet. De matrix moest de auteurs alert houden op mogelijke samenhangen, aldus Maar ten Duyvendak,8 redacteur van de breed gewaar deerde Geschiedenis van Groningen. Alle auteurs hebben zich dan ook tijdens het schrijven van tijd tot tijd rekenschap gegeven van de zes begrippen- jpgniR Om afslag van de duinen te voorkomen werden paalhoofden op het strand geplaatst, ea. 1955. Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata, P-1424. Grote lijnen, kritische overwegingen 61

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2014 | | pagina 21