^OUTIICRil RAILWAa A COIIPLlfTCHAHGE paren uit de matrix en dat is in de tekst van deel 4 hoe dan ook terug te vinden. Dat er wel degelijk een relatie bestaat tussen het eindresultaat en de mate waarin er nog veel bronnenmateriaal onbe studeerd is, werd na het uitkomen van deel 4 van Geschiedenis van Zeeland verwoord door Duy- vendaks provinciegenoot en voormalige collega Pim Kooij. "Groningen wint het," aldus Kooij, van Geschiedenis van Zeeland, "om de eenvoudige reden dat daar het meeste wetenschappelijke voorwerk al gedaan was."9 Noten 1. A. de Klerk, 'Stop het met zoeken naar de Zeeuwse identiteit', in: PZC, 1 maart 2014. In 1970 wees PZC- hoofdredacteur De Kok daar ook al op: G.A. de Kok, 'Overkantse fragmenten', in: Maatstaf 1970 (september nummer), p. 12-27. 2. De toevoeging van het jaartal 2003 aan 'De complete historie in twintig jaartallen' in de PZCvan 26 maart 2014, waarvoor wij als auteurs van GvZde tekst leverden, is niet van mijn hand. De andere jaartallen van na 1850 - die "cruciaal voor de ontwikkeling van Zeeland" zouden zijn, zijn wel door mij aangeleverd, toelichting incluis. 3. In deel 3 staat de woordcombinatie 'de Zeeuwen' 40 maal voor de Zeeuwse (economische of bestuurlijke of culturele) elite, 24 maal voor de Zeeuwse bevolking als geheel, 5 maal voor elite en bevolking samen en 3 maal in feite voor 'Zeeland'. In deel 4 staat 'de Zeeuwen' 5 maal voor de Zeeuwse elite (waarvan driemaal in het slotstuk door Paul Brusse), 15 maal voor de Zeeuwse bevolking, 1 maal voor bevolking zowel als elite en 1 maal voor 'Zeeland'. 4. Een aanzet tot geschiedschrijving volgens dit prin cipe - waarbij godsdienst en cultuur echter buiten beschouwing bleven - vormde met name mijn in twee delen (in 2000 en 2005) verschenen geschiedschrijving van Zeeland in de periode 1945-1965. Ook Onrusten Welvaart over de jaren 1910-1922 was in wezen op deze benadering gebaseerd. In feite waren beide pro jecten, die op mijn eigen initiatief werden ondernomen, evenzeer opmaten naar het nu verschenen vierde deel van GvZals het project van Mijnhardt en Brusse over de desurbanisatie een opmaat was naar deel 3. Zonder de drie genoemde boeken zou ik voor deel 4 over veel minder gestructureerde relevante informatie over het eerste en het derde kwart van de twintigste eeuw heb ben beschikt. 5. P. Brusse, 'Inleiding - Geschiedenis van Zeeland', in: GvZ. OtiAWTT jm. Affiche van Southern Railway voor bezoek aan Holland en Walcheren. Steendruk van Geuze en Co. te Dordrecht naar ont werp van Gerard Rutte, 1924. Zeeuws Archief, Zeeuws Genoot schap, Zelandia Illustrata, III-1064. Deel I. Prehistorie - 1550, Zwolle 2012, p. 10-17, 16. 6. J. Zwemer, Speech over Deel Vier van Geschiedenis van Zeeland (1850-2014), bijeenkomst met alle betrokkenen GvZ, Zeeuws Archief, 27 november 2009; D.Th. Kuiper, 'Het Nederlands protestantisme in ontwikkelingsper spectief', in: J. de Bruin (red.), Een land nog niet in kaart gebracht. Aspecten van het protestants-christelijk leven in Nederland in de jaren 1880-1940, Amsterrdam 1987, p. 1-25, aldaar 3, 6. 7. J. Zwemer, Speech over Deel Vier, 27-11-2009. 8. Hij voegde daaraan toe dat integrale geschiedschrijving het "bijeenbrengen van een aantal verhaallijnen in een geordend verhaal" is. M.G.J. Duyvendak, reactie op J. Zwemer, Speech over Deel Vier, 27-11-2009. Een andere reactie was die van M. Prak, hoogleraar te Utrecht, die ons aanspoorde op zoek te gaan naar het eigen (aardig)e van Zeeland met de woorden "Dat zit niet in het matrix- verhaal." 9. Nederlands Dagblad, 31 maart 2014. 62 Grote lijnen, kritische overwegingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2014 | | pagina 22